United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sommigen leunen zwijgend tegen den muur; anderen, op zakken liggende, neergehurkt, met de beenen onder het lijf gevouwen, zitten roerloos; niemand spreekt een woord; de voorbijgangers, die een kop koffie of iets anders verlangen, treden voorzichtig naar binnen en geven zwijgend een teeken.

Zwijgend gaf zij hem zijn koffie; hij had zich verslapen en haastig spoedde hij zich naar den stal, waar de baas hem met een: „Wat mankeert jou van morgen?” ontving. Dirk had, zooals men dat noemt, het land; hij wist niet waar hij ’t zoeken moest om weer op zijn verhaal te komen.

Langzaam kwamen zij binnen en bleven zwijgend bij de deur staan. Stil wreven zij de tranen weg, die over hun gebruinde wangen liepen, en lichtten toen voorzichtig het lijk op, zóó zacht en zóó behoedzaam, alsof het een klein kind was. Maar de derde nam Kaja zelf op, droeg haar naar de slaapkamer en legde haar voorzichtig op het bed naast den doode. Toen slopen zij weer zwijgend heen.

Vlak bij de hut hield hij mij staande en wees naar boven, naar een kleinen zwarten rotsband, vlak onder den top gelegen: »Daar«, zeide hij, »daar gleed Hadow's voet uit en vlogen mijn tochtgenooten omlaag naar den gletscher, die daar vlak voor ons ligt. Een val van 4000 voetToen zette hij zwijgend den tocht voort en bereikte om half elf de nieuwe hut. Dr.

En Go, die zelf lééd, omdat haar gedachten deze dagen telkens met 't kwaad vervuld waren, zij 't ook met 'n afschuw er voor; en die zich bezoedeld voelde door haar weten van zonde, sloeg schuw de hare neer, toen Mary bij haar kwam, en over haar gebogen zwijgend naar haar kijken bleef.

Hij stak zijn licht aan aan de lantaarn, die Monks van het touw had losgemaakt en in zijn hand hield; zonder één poging het gesprek nog langer voort te zetten, daalde hij, gevolgd door zijn vrouw, zwijgend de ladder af.

Ha, da zal wel, e-woar?" meenden Belzemien en Standje. Coben, roerloos en zwijgend, stond zenuwachtig te sidderen, alsof hij de zaak nog niet heel duidelijk begreep. Joa moar, veur hoe lank?" vorschte de zuster, op nijdigen, bijna agressieven toon. Voor hoe lang!... Ja, wie kon dat vooruit zeggen?

Zij had geen heerschappij genoeg over zich zelf om iets te antwoorden; zij barstte in tranen uit en verliet de kamer. "Dat komt weer van je grappen!" viel de vorstin tegen haar echtgenoot uit. "Zoo ben je nu altijd...." en er volgde een lange boetpreek. De vorst hoorde geduldig zwijgend haar beschuldigingen aan, maar zijn gelaat betrok al meer en meer.

Maar zacht, haast teeder, vroeg ze op-eens: "Toe, zet me neer ... even...." Hij deed het dadelijk, maar hield zijn rechterarm haar om het lijf geslagen, gereed haar weer op te tillen.... Zoo stonden ze even, zwijgend beiden, stil, in hevig voelen-komen van 't geluk.... "Ik mag je toch weer dragen?" vroeg hij, fluisterend, "'t is zoo heerlijk...."

"Nou, zooals je wilt," zei Edward, toonloos. "Kom! ga je mee," vroeg hij even later. En hij betaalde. Ze stonden op en liepen verder, op weg naar huis nu. Ze waren allebei stil, zwijgend naast elkaar gaand tot Bernard weer begon. "Kom, kerel, ben je nou gek! Trek-je je dat nou wezenlijk aan?.... Wat een nonsens!.... Mijn God! ik heb toch immers niets!