United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Ik heb niet gestolenstamelde Noah; hij stak zijn beenen niet meer rechtuit als een onafhankelijk heer, maar verstopte ze zoo goed mogelijk onder zijn stoel; »zij heeft 't allemaal gedaan; je hebt 't nou nog, Charlotte, dat weet je

Opgerezen uit haren stoel, heeft zij den Bijbel digtgeslagen, en ging zij naar het wiegje in gindschen hoek, en ligtte het kleed behoedzaam ter zijde, haar dochtertje sliep gerust. "God zal deernis hebben met hare onschuld!" zeide zij. En nu, daar leunt zij tegen de kribbe van haren eerstgeborene, van haren Bart, wat aarzelt gij?

Toen werd den twee invaliden bevolen rust te nemen, hetgeen ze ook deden, door samen in één grooten stoel te zitten en zoo druk mogelijk te praten.

Langen tijd hierna werd de Pharaoh in zijn stoel van electrum, getooid met de kroon van lapis-lazuli en een krans van bloemen om zijn hals, naar buiten gedragen, om de twee boomen te bezichtigen. Zijn gunstelinge, Bitou's vrouw, werd achter hem gedragen en zij werden, ieder onder een boom, neergezet. Daarop fluisterde de boom, waaronder de vrouw zat, tot haar: "Trouwelooze vrouw!

"Ik vind u hier in nog al goeden welstand," zeide hij met een blik op de tafel, op het midden waarvan een groote lamsbout prijkte. "De huisbaas!" zeide Rodolphe; "laten wij hem de verschuldigde eer bewijzen!" "En hij begon met zijn mes en vork den generaalsmarsch op zijn bord te slaan. Colline gaf hem een stoel en Marcel riep uit: "Schaunard, geef mijnheer een glas!"

»Door mijne schuld is zij gescheurd," begon Frits. »Neen Frits, het was mijne schuld, maar het kwam van dien naren Piet," riep Dientje levendig. »Och Dientje! zeg dat niet," riep Frits goelijk. »Neen, dominé! ik zal het u vertellen," en het lieve meisje drong zich vertrouwelijk dicht bij den fauteuil van Willems, terwijl Frits nog altijd achter den stoel stond, waarop de teekening was geplaatst.

De man reikte een kolossale enveloppe over, die met een groot officieel lak gesloten was. Sylvius Hog nam den brief aan, maar aarzelde het zegel te verbreken. Hulda had de kracht niet meer om overeind te blijven zitten. Haar broeder ondersteunde haar op haren stoel. Geen van beiden durfde den professor aansporen den brief te openen.

En al was zijn aangezicht ook van de pokken geschonden, zoodat hij er uitzag, alsof hij met zijn gezicht op een' manden stoel had gezeten, op zijn hoog voorhoofd stond geschreven, en ook uit zijne blauwe oogen kon men 't lezen: "Geen menschenvrees, maar wel vrees voor God!" En hij was een kerel van stavast.

Dat zal wel, Menheer, gaf Jan toe en schoof naar een ander tafel. Maar die is in mijn botten, kloeg Snepvangers, we kunnen toch niet onder den blooten hemel slapen. Of hier op een stoel, vulde Madame aan, waar logeert Mijnheer? Ik, zei de Verdierenpikker genoegelijk, aan mij moet ge niet denken, ik heb een kamer boven een boterwinkel! Maar wij? Daar hebt ge het kot van den manken hannen.

Ach, mijn God!" Hij zonk op een stoel en bedekte zijn gezicht met beide handen. Men hoorde hem niet, maar aan het trekken zijner schouders zag men dat hij snikte, stille tranen, vreeselijke tranen. In het schreien ligt verstikking.