United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ongeduldig wipte ze een der satijnen muiltjes uit, bengelde met 't voetje op en neer. Ze verveelde zich. Ze was opgestaan, leunde geeuwend tegen 't vensterkozijn. Voor haar lag 't park, in zijn lage omrastering van ijzeren spijlen. Armzalig sprankten jonge, verkilde boomen hun takken in de vervelooze, grauwe lucht.

Ik volgde met onzekeren tred. Ik begon mij bek-af te gevoelen. Mijn weitasch, hoe plat zij ook was, bengelde loodzwaar tegen mijn lenden. Mijn geweer, thans van een ongeloofelijke zwaarte deed mij mijn wandelstok betreuren.

Ditmaal echter weken wij van onze gewoonte af; inplaats van in het begin van het dorp stil te houden, ging Vitalis naar eene herberg, waarvoor een fraai verguld uithangbord heen-en-weer bengelde.

En enkele kaarsen waren in het midden gebroken. Allen waren blootshoofds, hadden koude, paarse gezichten met natte, druipende neuzen en roode vlekken op de dikke wangbeenderen. De voorste der zes kerkknapen hield met de beide handen den stok van een kruis tegen den buik geklemd, waaraan van boven een kleine zwarte banier bengelde aan een dwarsstok.

Ik verbeeldde mij, dat zij ziek was, en ik ging naar haar toe om haar een kus te geven, want met haar praten kon ik niet. Ik sloeg mijn armen om haar hals; zij richtte het hoofd op, dat op haar schouders bengelde en zag mij aan, maar blijkbaar zonder mij te zien; toen rook ik de lucht van jenever, die haar adem mij in 't gezicht blies.

O Goden van Eleuzis, wat zoû gebeuren, zoo ik at?! En dadelijk, dat ik in mijne vertwijfeling dacht aan de heilige goden, voelde ik mij doordrongen als met een pijl met deze ingeving: Vat de bloem aan maar eet haar niet.... En strekte ik den bek. Ik voelde om mij de hevige trilling van de boosheid, die wachtte.... Ik vatte met mijn tanden den stengel aan en de bloem bengelde tusschen mijn tanden.

Hij zag er even fier uit als vroeger; zijn paard was hetzelfde zwarte ros en aan zijne zijde bengelde het vreeslijke kromme zwarte zwaard met de roode punt. Hamet wilde zijnen broeder te gemoet snellen, maar de koele ontvangst, die hem te beurt viel, hield hem daarvan terug.

De proost ging tot Pompilius, die meer dood dan levend aan het klokzeel bengelde. Houd op met luiden, sprak hij, en luister. Wilt gij vijftien dukaten verdienen? Zondag zult gij Sint-Maarten in de processie verbeelden.

In het knoopsgat van zijn zwarte jacquet pronkte een purperen lintje en op zijn wit piqué vestje bengelde een gouden ketting waaraan een vreemd muntstuk hing. Snepvangers kon zijn oogen niet afwenden van den eleganten heer, zag hoe deze fijntjes een sigaret opstak, de blauwe rookwolkjes opblies, weer een slokje nam, zijn grijze streepjesbroek optrok om de plooi te bewaren en voortlas.

De vrouw was jong, maar sterk en forsch gebouwd, wat zij noodig had om in staat te zijn het gewicht van den zwaren bundel te torschen, die op haar rug gesnoerd was. Haar metgezel had zich niet met bagage overlast; het eenige was een klein pakje in een zakdoek geknoopt, dat aan een stok over zijn schouder bengelde en er licht genoeg uitzag.