United States or Georgia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De knapen keken om en zagen den vreemden hond staan, vlak bij de plek waar Potter lag, en het dier hield zijn hemelwaarts gekeerden kop naar den dronkaard gericht. "O, jéminé, het geldt hem!" riepen de knapen in éénen adem uit.

»Ik ben zeer voor het droogmaken van het Haarlemmermeer, en behalve het hiervoren gezegde, vereenig ik mij met de woorden der Regering in de eerste antwoorden op dit onderwerp gegeven, dat de keus niet twijfelachtig kan zijn, dezen uitgestrekten en dreigenden waterplas in vruchtbare velden herschapen te zien; maar ik verschil van opinie omtrent de wijze van uitvoering: ik wenschte de onderneming aan partikulieren toebetrouwd te zien en, om daarbij eens in den geest van het onderwerp in eenen landelijken zin te spreken, bezig ik het spreekwoord: wien de koe behoort vat ze bij de hoornen.

Onderwijl zag hij eenen kerel Vinie bespringen maar daarbinst was hij 't verschot te boven en hij gaf zijn eigenen aanvaller een striemenden slag met de rijzweep in 't gezicht en zonder overleg, sloegen zijne hielen de sporen in 't peerd dat wipte in grooten sprong vooruit en los uit de handen der aanvallers. Daar hoorde hij Vinie kermen onder 't geweld van de slagen die hij kreeg.

Onze vorderen waren vri, En vri so bliven wi, So lanc een hert, dat lafheid haet, In eenen Kerlenboesem slaet! Doedele, bommele, romdomdom, Houd u recht en sie niet om! Zoolang had de bestorming geduurd, dat kort na den aftocht der aanvallers het daglicht zichtbaar begon te verzwakken.

Ik heb hier niet veel te zeggen, dewijl ik geen Erembald ben en slechts naar Yperen ga uit achting, ja, uit bewondering voor u; maar gij hebt gehoord hoe ik evenwel uw recht tegen den proost verdedigde?" "Ja, en ik ben er u dankbaar voor, het heeft mij verheugd omtrent mij toch eenen Kerel te vinden die zich nog den mannelijken trots der vaderen in het harte voelt."

M. A. Wat aengaet de swaelven en andere vogels moet men verduldig syn, omdat wy dese onder onse magt niet hebben. Capittel II. Van den wolf der byen. D. Vr. Hebben de byen eenen wolf?

Velen der mannen kwamen driftig aan, om hunne diensten aan te bieden, hetzij uit hoop op belooning, of alleen door die kruipende onderdanigheid, die een van de noodlottigste gevolgen der slavernij is. Sommigen liepen naar den eenen, sommigen naar den anderen kant heen.

Ik herinner my te Bergen op Zoom eenen jongen Indiaan uit den omtrek van de Volkplanting de Berbices, genaamd WILKY, gezien te hebben. De Generaal DESALVE, die hem had medegebragt, liet hem kleeden, en gaf hem een zeker zoort van opvoeding. Deeze Indiaan had onder anderen het koken en kleeder-maken geleerd, willende zig zelven, zoo hy zeide, tevens van alle noodwendigheden voorzien.

Nu hij niet teruggekeerd was, bestonden er drie mogelijkheden: Sergius kon aangehouden zijn vóór dat hij op het kasteel kwam; hij kon er gebleven zijn omdat hij zijnen vader in zulk eenen staat gevonden had dat hij hem niet weder verlaten kon; of hij was weder vertrokken en op den terugweg in handen der politie gevallen.

Al heeft hun vriend Vlerk het niet zoover gebracht in het aantal herdrukken tot nog toe als zij, zoo moeten wij hem toch in éénen adem met hen noemen. Hoe men hem ook beoordeele, en een man als Potgieter, eens de criticus van "de Gids", beoordeelde hem niet zacht, Vlerk heeft nog meer dan zijne vrienden getoond in welke letterkundige atmosfeer hij leefde.