United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


Fatsoenlijk of onfatsoenlijk, je kon er niet uit wijs. En nu dit. "Hij heeft gezegd, dat hij vol van mij is. Vroeger kon je daar op aan." God zuchtte. Hij zou er morgen eens met Potgieter over spreken. Je had tegenwoordig niets dan narigheid aan je hoofd. Daar beneden in de Leidsche straat liep een meisje. Met vaderlijk welgevallen zag God op haar neer.

Eer Retief zich bij ons aansloot, en tegen de wens van velen, de leiding van de trek op zich nam, hadden wij reeds onze leider, de man die aan het hoofd stond van de eerste trek, welke die naam verdient. Heden staat hij nog in ons midden, bekwaam en bereid onze aanvoerder te zijn. Ik stel voor, dat aan Hendrik Potgieter het opperbevel worde opgedragen."

Ik heb toen een klein bundeltje schetsjes gemaakt: "Kleingoed", waarin ik mij braaf accuraat had toegelegd op een keurigen vorm, enfin iets van Potgieter er in, die ik toen druk had gelezen, keurige zinnetjes, maar een beetje luchtiger en leniger dan Potgieter zoo ver was ik toen al. Ik was 's middags zoo tevreden als ik na kantoortijd weer in de spoor zat naar Voorst.

Ik zal alles gelooven wat Potgieter, in zijn tweede deel van "het Noorden", over de Zweedsche, en wat Wap in het tweede deel van zijne "Reis naar Rome", over de Italiaansche in 't midden zal brengen; maar zoolang zij er van zwijgen, houd ik het met onze eigene goed-gebouwde, roodwangige, sterkbeenige en, ondanks de veete tegen de Belgen, voor 't grootst gedeelte blauwgekielde spes patriae.

Zijn gepeinzen brachten hem niet nader tot een besluit, en eindelik kwam hij tot de overtuiging, de zaak in de avond opnieuw met Cilliers en van Staden te moeten bespreken, en zich alsdan door omstandigheden te laten leiden. Uijs zag verbaasd op, toen die avond, behalve de twee bezoekers die hij verwachtte, ook Maritz en Potgieter zijn tent binnentraden.

Wenst ge ons af te wijzen, het zij zo; maar dan was ik mijn handen in onschuld." »Piet Uijs heeft gezegd wat hij wilde," begon Potgieter. »Zwijg liever, neef Hendrik," viel Cilliers hem ernstig en beslist in de rede, »het voorstel van Uijs is gegrond en verstandig, en ik zal het dadelik in stemming brengen. Wie stemmen wil voor het voorstel van Uijs, steke de hand op."

»Broeders," zei tans Potgieter, »ik zou jullie en mezelf onrecht aandoen, door je de gedachte te doen koesteren, dat ik iemand anders als Kommandant-Generaal zal erkennen. Ik herhaal wat ik eenmaal heb gezegd: Vóór ik dat doe, zal ik de trek verlaten.

Wij weten dat oom Hendrik Potgieter een dapper man is. Waarom zullen we hem niet als leider kiezen? Door uw woorden was het, oom Pieter, dat ik en anderen met mij, teruggekeerd zijn. Nu reken ik er op dat ge uzelf gelijk zult blijven. Er moet een plan gevonden worden om tot eenheid te geraken."

Hij is eer- en zelfzuchtig, en niemand zal hem beschuldigen dat het hem aan moed ontbreekt. Met lede ogen heeft hij het aangezien, dat wijle Retief aan het hoofd van onze trek geplaatst werd, en sedert arme Retief gevallen is, staat het bij Potgieter en zijn partij vast, dat hij zijn opvolger moet zijn.

Hendrik Potgieter, houd ik mij verzekerd, zal stijf en sterk op zijn punt blijven staan, en ik wil voor een ogenblik aannemen, dat Piet Uijs hetzelfde doen zal. Welnu, in dat geval heb ik een ander plan uitgedacht. Wij zijn allen voornemens om ons in dit land te vestigen.