United States or Guernsey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan twee andere kanten staan dicht opeen rijen vijgenboomen en broodboomen, ware reuzen, waarvan de ver in het rond afhangende takken samen met de knoestige, over den grond kruipende wortels een bijna massief houten terras vormen. Honderden toeschouwers vinden er gemakkelijk plaats. Daarbij gaat het juist zoo toe als in de beschaafde wereld.

En inderdaad, mijnheer de professor, de natuur openbaart er zich in het delfstoffen-, planten- en dierenrijk; dit laatste vooral is rijk vertegenwoordigd door gelede en schelpdieren, door gewervelde en zoogdieren, door kruipende dieren en ontelbare scharen van visschen; het is eene eindelooze rij van dieren, waarin meer dan 13000 soorten worden aangetroffen, van welke slechts een tiende gedeelte in het zoete water te huis behoort.

Hij behoort door zijnen kleinen schedel en door zijne dubbel-holle wervels tot de kruipende dieren, maar overigens heeft hij alle eigenschappen van eenen vogel. In het bijzonder heeft hij goed ontwikkelde vleugels. Hij is niet grooter dan eene duif of eene raaf, en hij komt overeen met onze zeezwaluwen.

De kruipende dieren geloofden aan de goddelijke heerschappij der kruipende dieren, de zoogdieren aan die der zoogdieren. Dwaling, vermetelheid van het lagere volk der schepping. Ik alleen ben de wettige heerscher. Om voor mij plaats te maken, zijn al die koningen van éénen dag ter aarde gestort, van de trilobieten en de koninklijke ammonieten tot de groote gewervelde dieren.

Deze kruipende planten, die niet, zooals de struikachtige gewassen, met hare stengels rechtop groeien, zijn het, die in de eerste plaats voor ampels in aanmerking komen. Een goede ampel moet er bevallig uitzien en toch practisch zijn.

De kruipende wijzers van de klok geven geen schrik voor treinen die gemist zullen worden; de waarschuwende bel van den omnibus zal vandaag niet klinken, en de kerk, die gewoonlijk dichtbij is, zal niet vóór elf uur beginnen.

In voorhistorische tijden waren de landdieren, viervoetige, vierhandige, kruipende dieren, vogels, enz. van reusachtige grootte. De schepper des heelals had ze in een kolossalen vorm gegoten, welke door den tijd kleiner geworden is.

"Hieruit blijkt, dat hij van nature weinig lust heeft in het dooden van Slangen en andere Kruipende Dieren; op grond van de genoemde ervaringen is het echter niet onwaarschijnlijk, dat hij ze 's winters, wanneer hij ze toevallig in weerloozen toestand ontmoet, om 't leven brengt en opvreet; want in dit jaargetijde zal hij vermoedelijk dikwijls bitteren honger lijden, daar hij zeer vraatzuchtig is.

Indien het kruipende dier, in het moeras verborgen, eenen zwerm libellulae in het voorbijvliegen kan grijpen of eenen grooten kever, dan is dat voldoende voor zijne voeding.

Denken wij aan de goed gebaande, door de groote schildpadden aangelegde paden; aan de menigte zeeschildpadden; aan de onderaardsche gangen van den A. Demarlii, en de op de kustrotsen van elk eiland zich koesterende groepen van den A. cristatus, dan moeten wij erkennen, dat de plantenetende zoogdieren in geen enkel deel der wereld zoo buitengewoon talrijk door de klasse der kruipende dieren vervangen zijn, als in dezen archipel.