United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijn hart brak bijna van wee, toen eens wij beiden tegenover elkaar stonden, Vader mij in zijn armen sloot en met trillende stem vroeg: "Moet 't dan zóó zijn? Kan 't niet anders? Moeten dan allen zijn als jij? Kan 't niet anders?" Wat ging er niet bij ons om, toen wij zoo hart aan hart elkaar in de vochtige oogen keken. Er werd toen hevig geleden, zoo hevig als er op aarde geleden kan worden.

Ik kom leerjongens zoeken, die me meteen een handje kunnen helpen bij mijn werk. Als jullie me bevalt," en hij keek de mannen één voor één aan, "dan wil ik je misschien wel in mijn' dienst nemen en je een paar lesjes in 't stelen geven." De mannen wisten niet, hoe ze 't hadden: ze keken elkaar eerst zoo beteuterd aan, dat Tom er wel om lachen moest.

De kinderen stormden naar buiten en keken mij vol verbazing, volkomen onbevangen aan; maar ze waren niet lastig of opdringerig. De kleine "eerwaarden", zooals alle Japanners elkander onderling betitelen, waren juist zóó gekleed als hunne ouders, en bij de meisjes zag de groote "obi" op den rug er even dwaas uit, als bij de jongens het eenzame haarbundeltje op den kalen schedel!

De kruidenier zag zijn bezoeker min of meer verwonderd aan en mompelde iets als: „O! volstrekt niet, integendeel,” enz. Hij stond met zijn rug naar de straatdeur gekeerd en zag daardoor niet, dat eenige vroolijk lachende gezichten om het hoekje van de deur naar binnen keken, maar aanstonds weer verdwenen, zoodra hij zich slechts even bewoog.

Wij beidjes keken elkaar aan zonder elkaar te zien, vèr over elkanders hoofden heen zweefde onze blik, zweefden onze gedachten naar verre landen, verre vrienden, naar tijden, gebeurtenissen, die de toekomst nog omsluierd houdt. Beiden dachten en gevoelden we op dat oogenblik hetzelfde. Naast een gevoel van onuitsprekelijke dankbaarheid, was er weemoed, diepe weemoed, in het hart.

Dokter Losberne, die graag tijd scheen te winnen, vertelde alles zoo uitvoerig mogelijk en met allerlei uitweidingen. De heeren Blathers en Duff keken heel slim en gaven elkaar nu en dan een knikje.

Hij groeide heel langzaam, bleef zwak en tenger, en vormde een heele tegenstelling met Jansen's forsch opgeschoten, van gezondheid blozende kinderen. Hij was een achterblijver, en de jongens keken hem aan met een mengeling van medelijden en verachting. Nu had hij een teergevoelig hart ontvangen, en reeds als kind dronk hij uit den beker van het lijden.

"Ik geloof u," zeide zij. "En ik ben blij, héél blij." Haar hand werd langer vastgehouden dan zij bedoeld had. Hij keek haar aan met glanzende oogen, waarop de hare onwillekeurig het antwoord gaven. Nooit heeft er zoo'n man bestaan, dacht zij. Zij sloeg 't eerst de oogen neer en de zijne volgden, zoodat, evenals den vorigen keer, beiden keken naar de handen, die in elkaar lagen.

Ze moesten maar zoo koppig niet zijn... Wij trekken er uit... Ik wil niet dat gij ziek wordt van schrik... Hij draaide den sleutel om, trok nog eens aan het handvatsel en stapte naast zijn vrouw langs den weg die Sander enkele dagen vroeger genomen had. Zij keken niet om en dorsten elkaar niet bezien want zij hadden tranen in de oogen.

Of geëlleboogd daar over het dikke steenvlak rijden zij zich samen, hengelaars gelijk op een brug over een Hollandsch water, zoo keken ze neêr in de vallei van blauw en in den suizenden sluimer van hun avondstad.