United States or British Indian Ocean Territory ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit leven, vrij van alle materiëele zorg en moeite, zonder eenige stoornis in mijn werk, zonder andere afleiding dan die ik zelf zocht, in wandelingen op de rotsachtige hoogten, in het welige Vesdredal, bracht mij in de gelukkigste zielsstemming, en ik dankte God iederen dag opnieuw, dat Hij den armen zwerver zulk een toevluchtsoord had bereid.

Haar viel de rots op ’t hart, toen in zijn woede De geest des afgronds haar tot offer koos, En nedersmakte ’t blok, meêdoogenloos, Op wie zich zingend naar heur kindren spoedde: Nu bloeit aan ’t murwe groeve-kruis de roos, Tezelfder stede, waar heur wonde bloedde, En onder ’t berkeloof klinkt, blij te moede, Het lied des levens op het kruis des doods: Een vogel zingt er van Geloof en Hopen, En jubelt in de loover-schaûw zijn zang En ’t hart der rozeknop gaat luistrend open: En ’t wordt den zwerver in den boezem bang; Hij voelt de tranen langs de wangen loopen, En plukt een roos, en gaat met zachten gang..

Een zwerver zet zich op de zachte zoden Van geurig groen, die ’t woud des bergs bezoomen, En de effen-blauwe hemel doet hem droomen En ’t mos, dat krielt van beziën, de rooden.

Wel school er in 't heimelijk van zijn hart een gevoelen, het heiligst dat hij had het was een noodlottige zekerheid , dat hij eenmaal nog een groote werkelijkheid zou ervaren, gelijk de ondervindingen zoo smartelijk van echtheid, dat hij door de stem van enkele lieden die hij er van had hooren verhalen een vreemde benauwing gevoeld had; de een was een man bedrogen door zijn vrouw, de ander een moeder wier kind was gestorven, een derde was blind geworden, doch onder die allen was er geen enkel zwerver, die zooals hij ter wereld niets bezat, niets dan een pij en een pij die maar schijn was.

En allen wendden ’t weenend aanschijn af, Geloovend, dat hun God een weêrzien spaarde, Omdat ze ’t innig wenschten, en zóo straf Een God, die scheidt, zich hùn niet openbaarde: De grijze, die zijn dorpje nooit verliet, Had daar gezwoegd, bemind, en liet er ’t leven; Waarom hij leven moest, dat wist hij niet: Gij waant u, zwerver, boven hem verheven.... Wat deedt gij, zoo de dood ù nederstiet, Dan leven, laten leven, leven geven?

"Wie zijt gij?" vroeg hij boos en de prins antwoordde: "Ik ben een arme zwerver, die de wereld doortrekt, een dak heb ik niet en ik smeek u mij gastvrijheid te verleenen." "Wel," sprak de oude man, "waarom niet? Ik zal tenminste iemand hebben, die toezicht op mijn maïs houdt, als ik met mijn geiten in het bosch ben."

"Niet zoo zeer om die koffie, al wist ik ook nooit, dat er zóó'n weldaad voor 'n ziekelijk lichaam bestond; want da's medicijn, je leeft er van op, je voelt je as zwerver de keizer gelijk, 't hangt effetief bruin an de kom ... en dat schuim, dat je van de lucht altemet al gaat droome ... Ja, man, die kop zege za 'k nou tot me dood toe dag an dag misse ...

De zwerver schrijdt, in zoet gepeins, weêr voort: Waar zooveel eens-gezinden samen-kwamen, Daar sterft de haat, en wordt geen klacht gehoord. Het klokje beiert in den morgenstond, En heel ’t gehucht treedt in het Huis des Heeren, Om den Verlosser en zijn Moeder te eeren, En alles buigt voor ’t lied uit ’s herders mond. O, kind van wuft vermaak en stads-gewoel!

Een vriend van mij, een kunstschilder, had Racier als model genomen, vooral om z'n merkwaardigen dweperskop. Een mager-verhongerde zwerver; dreigend lang in z'n op den draad verschooierde pool, die 'm over de voeten sleepte. Maar toch droeg hij dien armzaligen dallesdekker met Don Quichottige statie.

De nachtelijke zwerver, die aanhoudend in zichzelf een verslag mompelt van den een of anderen denkbeeldigen strijd, waarin de andere partij totaal verslagen schijnt, drijft af naar de parken, om op het opengaan van de hekken te wachten en zich voor te bereiden op het dutje van den dag, of wel, door een vage herinnering aan vroegere lessen aangeklampt, gaat hij naar Trafalgar Square en steekt er zijn hoofd in het water van de stille fonteinen.