United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het vexillum, vaandel, behoort vooral bij de ruiterij te huis. Verder ziet men onder de signa ook een paar angues of dracones. In de legerplaats werd vóór het praetorium eene verhooging van zoden of aarde aangebracht, en daarin werden de legioenstandaarden in den grond geplant. Het uittrekken er van was het sein tot den marsch.

Flux gaat men de outers richten, En stapelt zoden, of omhangt die met gebloemt' En kruideryen, naar der starren naam genoemd, En slacht by honderden, in 't ruischen der schalmeien, De varren, 't juk nog vreemd, de vaars der klaverweien, Het argelooze lam, van d' uier afgerukt, En 't borstlig ondier, met den snuit in 't slijk gebukt; Den dartlen geitenbok; en 't hoofd der runderstallen, Den stier, na jaren dienst, voor 't kouter neêrgevallen: Ontweidt ze, en wroet om strijd in 't lillende ingewand, En smijt ze, druipende, in den sissende-outerbrand.

Bij zulk een hooge temperatuur gevoelt zich ieder . Wordt gij soms van dit werk? Door het lange spreken was hij zoo , dat hij verder van het woord afzag. »O van uit die groene zoden, Waar zij rusten en , Ruischt er van mijn lieve dooden 't Blijde wederzien mij toe." Door de wekenlange inspanning zag hij er zeer uit. Een flinke jongen, als jij bent, moet niet zoo gauw worden.

Sten had zijn huis met zoden gedekt, en de Eskimo Kunak was met de zijnen getrokken in een door hem gebouwd huis, dat dicht naast dat van Sten lag. De winter mocht komen; hij vond de kolonie van King Point bereid hem te ontvangen. In het geheel waren er twintig personen, die gedurende de eerstvolgende tien maanden op deze plek kampeerden.

Die leelijke, lange roodpoot dacht, dat hij nergens voor deugde, omdat hij klein was, maar hij zou hem wel toonen, wat Niels Holgersson van Wester Vemmenhög voor een flinke baas was. Een oogenblik later stond Akka in het ooievaarsnest, op het huis Glimmingen. 't Was een prachtige, groote woning. Als onderlaag had het een wiel, en daarover lagen verscheidene lagen takken en zoden.

Deze weelderige vrucht- en bloemwaranden, chinambas geheeten, die werkelijk voor een gedeelte "drijven", en uit reusachtige, door riet, wortels en boomtakken saamverbonden aardschollen of zoden bestaan, hadden vermoedelijk hare wording te danken aan de behoefte, om de hoofdstad en andere groote steden van groenten te voorzien.

Hier nam Locksley zijn plaats in, op een troon van zoden, opgericht onder de overhangende takken van den ontzaglijken eik, en zijne onderdanen van het bosch stonden in het rond. Hij wees den Zwarten Ridder eene plaats aan zijn rechter en Cedric eene aan zijne linkerhand aan.

Soms de gedenkteekenen der oude welsprekendheid zoo gewenscht voor de redenaars, of een spreekgestoelte weergalmend van de stem eens TULLIUS ? Niets voorwaar van die dingen: De inrichting, die hier zich voordoet, is geheel anders: volkomen anders zijn de hulpmiddelen: verschillende rijen namelijk van fornuizen, die telkens weer op andere wijze zijn saamgesteld, welke rijen geschikt zijn om iedere sterkte van het vuur uit te houden; kastjes tot aan de zoldering opgebouwd, geheel gevuld met zooveel mogelijk voorwerpen door de wetenschap vervaardigd, die weldra weer moeten dienen om nieuwe in gereedheid te brengen; tallooze soorten van vaatwerk, dat in stof en gedaante verschilt; een hoop kolen en zoden, die nooit mag op raken; bij de hand zijn voor het gebruik verschillende soorten van zeven, spatels, blaasbalgen, tangen en al het andere, dat vereischt wordt om het vuur òf te onderhouden òf te regelen.

3 Zoden vormen de dakvorst. 4 Ovenhuis. 5 Tafel. En mocht ik maar twee zielen hebben, 'n mocht ik maar twee menschen zijn, 'k zou weven mij tweêrhande webben: een' webbe groef, een webbe fijn. Een webbe zou 'k, van zonne en zijde, mij weven, en van goudgespin; met boomen en met blaren, blijde, met meer als een schoon blomken in.

Die uit de tinlanden kwamen, hebben al te gader buitenlandsche vrouwen of van buitenlandsch ras. Zij zijn alle onder de heerschappij der Golen, hunne wapenen zijn houten bogen en sprieten met punten van hertshoornen, of ook van flinten. Hunne huizen zijn van zoden en stroo, en sommigen wonen in de holen der bergen. Schapen, die zij geroofd hebben, is hun eenige schat.