Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


En hoe zou het mogelijk zijn, zich dit vers van Ossian niet te herinneren, dat den dichter hier ter plaatse ongetwijfeld bezield heeft? »Vreemdeling, gij betreedt een met helden overdekten grond. Bezing somwijlen den roem van die gedenkwaardige dooden. Dat hunne lichte schimmen zich rondom u mogen verblijden!" Miss Campbell en hare metgezellen waren geheel oogen, maar zwegen.

Beiden zwegen een oogenblik; toen hervatte Jan het gesprek. Nu wij toch samen den tocht naar Port-Clarence doen, mijnheer Sergius, begrijp ik niet waarom gij niet verder met ons medegaat? Gij hebt ons immers gezegd dat gij voornemens zijt naar Rusland en naar uwen vader terugtekeeren? Dat kan niet Jan, antwoordde Sergius.

Wij scheidden in droefheid, maar zwegen van scheiden; Ons hart gaf zich op aan den drang van 't verstand. Ik durfde niet zien of heur oogjens ook schreiden: Ik voelde den traan op heur siddrende hand. Wij wisten, 't verleden was redloos verloren; Wij wisten, 't verschiet had geen hoop op herstel. Zij bloedde aan de wond, die mijn borst moest doorboren, Ik deinsde terug voor het eeuwig Vaarwel!

Doch sneller dan hun logge beenen droegen mij mijne vleugels. 'Toen ik terug kwam ... Hier begaf den verhaler de stem. Eerst na een oogenblik van stille aandoening, waarin de drie hoorders eerbiedig zwegen, ging hij voort: 'Gij kunt het reeds vermoeden. Mijn teedere bruid, de glansrijkste en schitterendste onder allen, zij was verdwenen, medegesleept door den boosaardigen mensch.

"Ik meende zijn stap te hooren," antwoordde fluisterend de moeder; "hebt gij niets gehoord, Nelly?" "Neen, mama; het is immers ook onmogelijk." Het werd stil in het ruime vertrek; de fluisterende stemmen zwegen; niets werd gehoord als alleen het knetteren van het vuur in den haard, en nu en dan een bange zucht uit het beangstigde moederhart.

Allen zwegen: een der aanwezigen wees op Andries en zeide: "die man is ons komen roepen." "Ja!" zeide Andries, mij aanziende: "ik zal geen grooteluis-kinderen betichten, zoomin als met een kotter een Admiraalsschip aanzeilen; maar wanneer men een bebloed mes in de hand houdt...."

Waarom wou jelui die vogeltjes dan wel plagen en ongelukkig makenDe kinderen zwegen alle vier. Maar ze dachten wel wat. Nou vonden ze gemeen, wat ze toen hadden willen doen. Gelukkig, dat ze de eitjes niet hadden kunnen rooven....

André en Tulk waren oude kennissen, met hen maakte men geene »complimenten". Roza en Louise zwegen op hoog bevel. Er werd plechtig thee geschonken door Jans; de heeren moesten eerst allen een kop thee drinken. Onder deze omstandigheden begon de repetitie. »Kom aan!" riep André. »Mijne rol komt pas bij 't slot. Ik zal weer voor régisseur optreden!"

Sommige jongens waren al naar huis gegaan, en er waren er nog maar acht over, toen Jan Vos plotseling zeide: "Kijkt eens, jongens, daar gaat de heks van den Achterweg!" Alle jongens zwegen en vestigden hunne blikken op een oud vrouwtje, dat langzaam kwam aanstrompelen, en wier uiterlijk wel in staat was, om de aandacht te trekken.

Toen deze gedachte bij mij had post gevat, luisterde ik niet meer naar het gesprek. Ik weet niet sedert hoe lang deze gedachte mij overstelpte, toen zij allen zwegen. Luister, sprak Carrory, in wien, juist omdat hij zoo weinig beschaafd was, de dierlijke eigenschappen meer ontwikkeld waren dan bij ons. Waarnaar? Ik hoor iets in het water. Gij zult een steen hebben laten vallen.

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek