Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


En zelfs toen-i op den buitensingel z'n molens in 't gezicht kreeg... Ach, ze zwegen! Was er geen wind, of hielden ze zondag? De buitensingel was vol wandelaars. Juister gezegd, en vooral amsterdamscher: er was veel volk op de been, dat daar "kuierde." Gewandeld wordt er door de zondagsmenschen eigenlyk niet.

Er werd weinig gesproken, de meesten zwegen, maar de vurige blikken, die telkens op het stadhuis werden gericht, zeiden genoeg. Het woelde en kookte in de harten dier mannen, en in hun binnenste was het als een smeulend vuur, dat slechts een vonkje noodig had, om de vlammen te doen uitslaan. En dan dan zou hunne wraak vreeselijk zijn. Al meer en meer kwam het volk toestroomen.

Op dit oogenblik voegden zich juist bij de stokslagen, door honderden handen ijverig toegedeeld, slagen met het plat der sabels, 't geen een woedende bui van sabel- en stokslagen veroorzaakte; de tuchtelingen bogen zich, een afschuwelijke gehoorzaamheid volgde op de straf en allen zwegen met blikken als van geketende wolven.

"Hallo, silence!" weerklonk zijn forsche stem boven het geschreeuw van honderd kelen uit, en allen zwegen stil. "Hoort wat ik u zeg!" "Old Firehand!" riepen er eenigen, verbaasd over zijn weergalooze onvervaardheid. "Ja, dat ben ik!" antwoordde hij. "En gij hebt het ondervonden, waar ik ben, komt geen weerstand-bieden te pas.

Wij zwegen allen, als door een gelijktijdig gevoel van hoop en verwachting overvallen, "Wat wil jelui? Wat is er?" vroeg een stem. "Schipbreukelingen!" riep de een. "Kunnen wij opkomen?" vroeg een ander. "Eilieve hoor eens!" schreeuwde een derde. "Goed volk!" riepen wij eindelijk, allen te gelijk.

Met aandacht luisterde zij naar de eenvoudige Kerstpreek en toen uit het koor, als de krachtige mannenstemmen zwegen, het geluid van een glasheldere jongensstem zich hooren liet en ver, ver omhoog steeg en haar buurvrouw de hand op haar arm leggend, met bevende lippen fluisterde dat het haast "hemelsch mooi" was, knikte zij haar toe met een glimlach van geluk.

Pardon, antwoordde dadelijk kapitein L., hij is wel degelijk gesneuveld; men heeft dezen namiddag zijn lijk op het slagveld gevonden, in een boschje, dicht bij de rivier. De majoor heeft het mij daar pas gezegd. Zij zwegen alle drie een oogenblik en keken elkander ernstig aan.

Ik houd van dat gekletter boven mijn hoofd, dat gesuis door de lucht, dat springen om mijn voeten; het windt mij op, en...." «Alles goed en wel," viel de andere in, «alles goed en wel, maar 't wordt op den duur toch vervelend." «Wie en wat wordt op den duur niet vervelend?" Beiden zwegen.

Hij nam toen het lijk van Didoneel en legde dat over diens ros heen, dat hij bedaarde. En de jonkver en Gawein stegen op. Gawein geleidde het ros van Didoneel en de jonkvrouw geleidde Mordrets ros. En zij reden het foreest binnen en zwegen. Zij reden stapvoets en zwijgend en de weg was lang en wendde eindeloos zich door het woud.

"Uwe Edelheid moet weten wat Zij doet," antwoordde de laatste. "Wij hebben onzen plicht gedaan en zijn aan onzen eed getrouw geweest." Op dit oogenblik verloor De Ruyter zijne gewone bedaardheid, en voer, in tegenwoordigheid van al het scheepsvolk, uit tegen Zweers en Van der Zaan. Beide mannen zwegen, ofschoon zij onschuldig waren, daar zij slechts hunne vlag hadden gevolgd.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek