Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Ze liepen over de sneeuwbulten naast de baan, naar 't badhuis, waar groote bijten waren gehakt. En voorzichtig toekruipend naar den rand met z'n opstaande blokken ijs, de lomphoekige blokken die de rijders waarschuwden dat 'r open vakken leien, brak Eleazar 't versche, knappende vlies. Een enkel grijs-zilvrig vorentje met goud-rooden oogjens en rossige vinnen dreef tusschen de splinters.

Op haar bloote, blanke voetjens, Sloop zij zachtjens, sloop zij zoetjens Dies naar 't raam: wat fraaijen val! Hoor, hij zong niet: Wil mij minnen! Hoor, hij bad niet: Laat mij binnen! Neen, hij prees haar schoonst van all' Was het waarheid wat hij kweelde, Dat "de lieve lach, die speelde Om haar lipjens, "kus mij!" riep, "Maar dat de opslag van haar oogjens, Wacht hield bij die nektartoogjens?"

Ik kan het niet vergeten, Maar 't zal niet weer gebeuren. Zou ik voor den klepper vreezen, o! Die lieve brave man Maakt, dat ik gerust kan wezen, En ook veilig slapen kan. Moeder lief! 'k geloof het vast, Dat hij op de dieven past. Schoon hij loopt door wind en regen, 't Zingen wordt hij nimmer moe: Goede God! geef hem uw zegen, Maar mijne oogjens vallen toe.

Wij scheidden in droefheid, maar zwegen van scheiden; Ons hart gaf zich op aan den drang van 't verstand. Ik durfde niet zien of heur oogjens ook schreiden: Ik voelde den traan op heur siddrende hand. Wij wisten, 't verleden was redloos verloren; Wij wisten, 't verschiet had geen hoop op herstel. Zij bloedde aan de wond, die mijn borst moest doorboren, Ik deinsde terug voor het eeuwig Vaarwel!

"Dat doe jìj dan maar alléén," zei mevrouw nuchter, met water-beloopen oogjens: "'k heb van me toer òm 't huis zat genoeg".... "Dan toer jij ìn huis," antwoordde Piet; "je hoeft ook niet òveral mee"....

Neen, 't is niet ten dage uwer bloeiende lent, Nu geen traan nog uw oogjens ontwijdt, Dat de gloed en de trouw eener ziel wordt gekend, Wie ge al dierbaarder wordt met den tijd. O, die waarlijk bemint, hij bemint onbepaald, En volhardt met ondoofbaren gloed, Als de zonnebloem ginds, die haar God, wen hij daalt, Even teêr als bij d' opgang begroet!

Ik ben een kind, Van God bemind, En tot geluk geschapen. Zijn liefde is groot; 'k Heb speelgoed, kleedren, melk en brood, Een wieg om in te slapen. Ik leef gerust; Ik leer met lust; Ik weet nog van geen zorgen. Van 't speelen moe, Sluit ik mijn oogjens 's avonds toe, En slaap tot aan den morgen. Geloofd zij God Voor 't ruim genot Van zo veel gunstbewijzen!

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek