United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


We friseerden ons haar tot ragebollen, kleedden ons in slappe gewaden van damast en brokaat met kolossale pofmouwen en zaten bij elkaar dwaasheden te debiteeren over kunst. We hielden dan eene zonnebloem of een pauweveêr heel gracieus in onze blanke vingertjes en waren allerdolst ... Daarom zegt papa dat.

Gij zijt ziel, en mijn Godin! Ik schijn u als de zonnebloem de zon te ontvlieden. Ik ben, zoolang gij mij uw bijzijn gunt, Gelukkig, nu gij ’t innig wezen kunt! En honderdmaal verklaarde ik mij, doch, neen, Zij hoorde ’t honderd malen niet, want oogen Verstaan de taal, die zwijgend spreekt, alleen.... En ach! haar oogenlach bekroont mijn pogen!

Zware grond is trouwens over het algemeen voor zaadplanten ongeschikt, al zijn er, die zich daarin vrij goed ontwikkelen, zooals bv. de Zonnebloem en andere grofzadigen. Wat nu tijd en wijze van zaaien betreft, zie hier nog daaromtrent een paar korte opmerkingen. Men zaaie buiten vooral niet te vroeg. Hoe uitlokkend hiertoe soms het weer in April kan zijn, stelle men het gerust tot in Mei uit.

Beneden in het laagland is het, behalve in de zeldzame seizoenen, als er maar één soort van oogst is, bijna volslagen onmogelijk honing te krijgen van slechts één enkele bron. Maar hier op de heuvelen worden de bijen niet aangelokt door kleurige tuinen, met hun zwakke, waterige zoetigheid, noch worden zij er verleid door den groven liguster, of de paardenkastanje of zonnebloem.

Men moet er in een kleinen tuin slechts een paar hebben, en er dan op rekenen dat ze soms wel twee Meter hoog worden. Er is ook een Zonnebloem met groote dichtgevulde bloemen, beiden zijn, doelmatig geplaatst, fraaie planten. Wanneer men de plantjes goed kan vatten, moet men ze grootendeels uittrekken, en er niet meer dan vijf of zes laten staan.

In beide is "nederlant" en "overlant", al woont hij liefst op de tergen, waar de zonne der gerechtigheid schijnt. Hij ziet de huurlingen en knechten, maar ook de vrienden en zonen Gods. Zijn blik omvat de zonnebloem, den slapenden hond die van vleesch droomt, de bij die beladen van bloem tot bloem vliegt, maar ook een groot koning en de wilde zee en de zon in haar loop door de ongemeten ruimten.

Noot: Naar aanleiding van: "Beatrijs, Het Middelnederlandsch Gedicht in Proza naverteld" door B.J. Spitz. "De Zonnebloem" Apeldoorn, 1916.

Ik lachte en het feest was om ons. Meroë lokte en lonkte mij toe; zij lag, in het gewaad van Circe, op een bed van zonnebloemen, terwijl de twee zwijnen, in walgelijke aanbidding, gromden aan hare voeten. Ook zonnebloemen, van juweel chryzoliet met harten van anthraciet schitterden om hare slapen, op hare borsten; een juweelen zonnebloem straalde aan haar Circe-schepter.

Neen, 't is niet ten dage uwer bloeiende lent, Nu geen traan nog uw oogjens ontwijdt, Dat de gloed en de trouw eener ziel wordt gekend, Wie ge al dierbaarder wordt met den tijd. O, die waarlijk bemint, hij bemint onbepaald, En volhardt met ondoofbaren gloed, Als de zonnebloem ginds, die haar God, wen hij daalt, Even teêr als bij d' opgang begroet!

Zij, die anderen of die er meer wenschen, hebben slechts een der tegen het voorjaar verschijnende zaden-catalogussen aan te vragen, waarin gewoonlijk, bij de namen, ook enkele toelichtingen omtrent de behandeling zijn gevoegd. De Zonnebloem mag, omdat zij de grootste is, wel allereerst genoemd worden.