Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 oktober 2025
Nou, ik had er een vollen neef bij. Wat kom jij hier doen? zeit me neef. Ik zeg, ik weet 'et niet, zeg ik; en menheer stapt zoo binnen. Nou, ik docht: menheer zal alevel zoo gek niet wezen dat ie daar binnen van dat possie spreekt; want ik docht, dat ding is ofgedaan; hij het wel gezien dat ik der geen zin in heb. Maar al zen leven! Ik wacht wel een hallefuur; daar wordt gescheld.
"Ik zeg immers ook dat ik het niet kan goedkeuren!" riep vader een beetje kriegel. "Jawel, maar omdat je zoo maar alleen zeit: er waren meer dan negentien. Maar dat ééne schaap van drie maanden, dat was alles.... zie je, ik kan begrijpen dat je de menschen zóó tegen de kerk maakt."
"Die vreemde Heer," zeide zij, zich tot mij wendende, "heeft mij gezeid, hij wilde u nog gaarne eens spreken, aleer hij naar boord keerde." "Welke Heer? Wien bedoelt gij?" vroeg ik, eenigszins verwonderd. "Hij zeit dat hij.... ja... wie kan al die vreemde namen onthouen...? Blaek hiet hij, 'eloof ik." "Blaek!" herhaalde Sander, plotseling opspringende met een uitdrukking van hevige drift.
"Unsere Zeit ist klug, aber arm" zegt Paul Keller in een zijner aantrekkelijkste romans, die als titel voert: Das letzte Märchen.
"Ik ben niet voor baas gebore," grunnekte Eleazar, 't hoofd schuddend: "'k heb alles verziekt." "Wat zeit-ie?" "Hij zeit dat-ie alles verzièkt heit!" "W
't Zal me benieuwen, hoeveel er losgekomen is. Tiromtomtom! Zou ik vrouw Juttner dadelijk 't briefje laten lezen?... Blikslagers! als de jongen nu maar op zijn tellen past; hij zeit nog zoo dikwijls Kobus... Zij moet hem voor Donderdag nog eens goed onderhanden nemen. Tirommetomtijne, Als ik de duiten in handen heb, dan koop ik een huis hm! altijd voor Dorus natuurlijk op de Keizersgracht.
Men zeit zoo, ze zullen een paartje worden samen: Volle neef en volle nicht! 't is niet zoo as 't hoort!"
"Ja ze mieke mijn in de val! Waarop de rechercheur van Dremmele an me vroeg: "waar kom jij vandaan?" 'k Zeg: "ik kom met 't mooie weer uit Voorburg gekuierd." "Zoo" zeit ie "dan bè je mijn arrestant." En met ze tweeë brenge ze mijn in de trein na De Haag. Daar kwamme d'r vier stille bij, en dat opperhoofd zeit: "Zoo, Racier, nou bè je dus weer binne." Nou, 'k hoefde dus me naam al v
"Ik hoop niet, moeder!" zeide de vreemdeling, toetredende, "dat ik u eenig ongerijf zal veroorzaken: ik heb mijn gezelschap uw zoon niet opgedrongen; maar hij heeft mij gulhartig verzocht en even gulhartig heb ik zijn aanbod aangenomen." "Oe is welkom, heerschop!" zeide de oude vrouw: "men zeun doet wel: want wat zeit de schrift: ik was vreemdeling en ghij hebt mij geherbergd."
Mijntje, met 'n woede-gezicht, alsof ze 'r op los zou ranselen, zocht met 'r oogen wiè ze zou patsen: "As je nog éen woord zeit, sla 'k je
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek