Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
91 "O Zon, die alle verduisterde gezicht geneest, gij bevredigt mij zoo zeer wanneer gij mijne twijfelingen oplost, dat, niet minder dan het weten, het twijfelen mij gevalt. 94 Wendt u nog weer een weinig terug," zeide ik "daarheen, waar gij zeidet dat woeker de goddelijke goedheid beleedigt, en ontwar mij die knoop."
Hij is evenals wij trouw geweest, en hij weet van heel veel dingen meer dan wij. Laat hij ons thans leiden en het werk verdeelen. De schoolmeester! viel een der anderen in, waarom ik niet? Ik ben even goed opperman als hij. Hij is geen opperman; hij is een man en nog wel de dapperste van ons allen. Gisteren zeidet gij dat ook niet.
Hij hernam: "Vergeving, wat zeidet gij ook, mijnheer Fabantou?" "Ik zeide u, mijnheer en waarde beschermer," hernam Jondrette, de ellebogen op de tafel leggende en den heer Leblanc met strakke, teedere oogen, als die van een boaslang, aanstarende, "ik zeide u, dat ik een schilderij te koop had." Een zacht gerucht liet zich aan de deur hooren.
Precies zoo, commandant, heb ik hem van Gratus ontvangen. Dit is cel nommer V. Ik zie het, zeide de commandant. Ga voort. De cel was met melaatschheid besmet, zeidet gij. Mag ik u een vraag doen, commandant? Ja. Moest ik niet gelooven dat de kaart betrouwbaar was? Zeker. Nu, zij is niet betrouwbaar, want er zijn niet vijf, maar zes cellen.
En wel zeer curieus, waarlijk-opmerkelijk, noem ik uwe verklaring, dat een arbeid van dien aard u geen "medelijden" geeft gij zeidet immers er alleen "literatuur" in te ontdekken hetgeen u wèl overkomt bij het lezen van "een courantenbericht over een ongelukkig achtergebleven gezin op een visscherseiland, een nuchtere of welsprekend-gevoelvolle beschrijving van mijnwerkers- of fabrieksarbeiders-leven."
"Ik heb geen onwaarheid gesproken en het doet me zeer leed, dat je mij niet acht," zeide hij zacht en bedwong den opkomenden toorn. "Met achting wil men de ledige plaats aanvullen, waar liefde zijn moest. En als je mij niet meer bemint, was het beter en eerlijker, dat je het mij zeidet." "Neen, dat is onuitstaanbaar!" riep Wronsky uit en sprong van zijn stoel op.
"Welaan, ik zal mijn verdriet bedwingen," zeide bazin Wildenslag, het hoofd oprichtende. "Om mijn edel kind, mijne goede Godelieve, te verdedigen, zal ik moed en sterkte vinden. Luister, mijnheer, gij zult vernemen wat ons en haar lot was sedert gij ons buiten de stadspoort een treurig vaarwel zeidet. Wij gingen naar Wazemmes, bij Rijssel, en vonden er veel en goed werk.
Gij zeidet, daar stak iets bijzonders achter, dat Liesje's hand mij geweigerd werd; welnu de reden gij neemt mij niet kwalijk, dat ik het ronduit zeg is gelegen in ervaringen, die men in den molen bij een soortgelijke gelegenheid vroeger heeft opgedaan; bittere, harde ervaringen die langen tijd rouw over het oude huis brachten; ik zal trouwens mijn best doen, die geschiedenis tot klaarheid te brengen."
Heldere starren zijn opgerezen in den nacht onzer vernedering; het Dietsche volk heeft het hoofd verheven; zijn oud bloed is aan het bruisen gegaan; langzaam, maar onweerstaanbaar als zijne vaderen, streeft het vooruit in de baan der wedereisching.... Gij hebt ook gespot, toen wij na 1830 het durfden ondernemen eene Vlaamsche letterkunde te stichten; gij hebt gespot en de jonge dichters uitgemaakt voor zinneloozen, die het waagden, zooals gij zeidet, eene wanluidende brabbeltaal te doen herleven.
Maar gij zeidet straks, dat het diamant duur is, omdat het zeldzaam voorkomt.... Bestaat zijn waarde alleen in die zeldzaamheid?" "Dat nu juist niet, miss Watkins.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek