Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Neen, althans niet nú: Hij ziet den geliefden pleegzoon daar voor zich staan en meent op zijn gelaat de uitdrukking te lezen: Als ge haar kwetst dan beleedigt ge mij, en al ben ik u veel verschuldigd, dát verdraag ik niet.
Hij stond op, nam zijn hoed, die op den grond lag, en ging met vasten, beraden tred naar de deur. Daar keerde hij zich om, boog diep voor zijn grootvader, richtte het hoofd weder op en zeide: "Vijf jaren geleden hoondet gij mijn vader; heden beleedigt gij mijn vrouw. Ik vraag u niets meer, mijnheer, vaarwel!"
Ik twijfel niet aan de standvastigheid uwer gevoelens; ik maak mij slechts ongerust over mijn geluk." "Beminnelijke Blanche," antwoordde de prins, "uwe vrees rechtvaardigt mijn gehechtheid aan uwe bekoorlijkheden, maar uw buitensporig wantrouwen beleedigt mijn liefde en als ik het zeggen mag, de achting welke gij mij verschuldigd zijt.
"Zal ik het kunnen verdragen, als zij mij beleedigt?" vroeg zij zich zelve af, en een onuitsprekelijke angst voor de trotsche grootmoeder beklemde hare borst; het was haar alsof zij nog moest terugkeeren, nog vluchten eer het te laat was; zij gevoelde zich zoo hulpeloos, zoo verlaten; want hij, hij had haar immers niet lief.
De ongelukkige monarch beveelt zijn hovelingen, de jonge prinses te gaan opzoeken. Juist toen zij gaan vertrekken, verschijnt een gezantschap van Moros, die ook mede willen gaan om de prinses te zoeken; men beleedigt elkander: het komt tot scheldwoorden en uitdagingen: de gezanten en de hovelingen vechten, al dansende, met de sabel in de vuist.
Op de slede, in de kist, lag een derde man, wiens werktijd voorbij was een man dien de wildernis had overwonnen en neergeveld, tot hij zich nooit meer kon bewegen of verzetten. De wildernis houdt niet van beweging. Leven beleedigt haar, want leven is beweging; en de wildernis tracht iedere beweging te dooden. Zij doet het water bevriezen om het te beletten naar de zee te loopen.
91 "O Zon, die alle verduisterde gezicht geneest, gij bevredigt mij zoo zeer wanneer gij mijne twijfelingen oplost, dat, niet minder dan het weten, het twijfelen mij gevalt. 94 Wendt u nog weer een weinig terug," zeide ik "daarheen, waar gij zeidet dat woeker de goddelijke goedheid beleedigt, en ontwar mij die knoop."
Wij dooden onze vijanden, als wij daartoe genoodzaakt zijn; maar wij martelen hen niet." "Gij zijt nu bij ons, en hebt u naar onze gebruiken te voegen. Wilt gij dat niet doen, dan beleedigt gij ons, en wordt daarvoor met den dood gestraft."
Zeg mij die van mijnheer de Santillano. Speelt hij, of houdt hij veel van galante avonturen? Welke slechte neigingen heeft hij? Verberg mij niets." Scipio zei: "Ge beleedigt mij, mijnheer Gabriel, door mij die vragen te doen. Ik werk meer in uw belang, dan in dat van mijn meester.
Gij beleedigt uw vader; verlaat zijn huis; springt als een landlooper achter op een rijtuig; wordt er afgeranseld, breekt een armen man, die eerlijk voor vrouw en kinderen de kost verdient, de ribben, veroorzaakte het omslaan van den wagen en daardoor bijna den dood van een beminnelijk meisje! En al dit kwaad weet gij binnen den tijd van zes uren ten uitvoer te brengen! Waar moet dit heen?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek