Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Men zou BOENDALE onrecht doen, indien men verzweeg dat hij zelf zijn best heeft gedaan om niet misverstaan te worden; op deze hoofdstukken heeft hij een ander laten volgen dat handelt "van den goeden wiven"; daarin maakt hij onderscheid tusschen "vrouwen" en "wiven": al het kwade geldt slechts van de "wiven", zegt hij; van de "vrouwen" weet hij allerlei liefelijke en goede dingen te vertellen: een goede vrouw is haar mans schat, zij draagt zorg voor haar mans eer, voor zijn leven, zijn goed; zij is hem trouw tot in den dood; zij is dikwijls wijs, geeft goeden raad, houdt vrede met haar man, zij troost hem als hij verdriet heeft; een goede vrouw gaat zilver en goud te boven en purperen staatsiekleederen en saffieren... aldus stelt BOENDALE het goede tegenover het kwade.
De jonghelinc: O edel wijf, nu maect mi vroet, Hoe die saken comen sijn. Ic plach te segghen "suster mijn", Maer dat moetic nu verkeeren; Enen anderen sanc moetic nu leren, Edel wijf, ende spreken u an Ghelijc enen vremden man. Nochtan so moetic ewelijc bliven U vrient ende ghetrouwe boven alle wiven, Die op der erden sijn gheboren.
Eens, dat een vrouw uit Tubbergen uit den put water schiep, voelde ze plotseling, dat zich een kille hand op haar schouder legde. Ze wendde zich om, en ze zag tot haar schrik, dat haar wel twintig witte wiven hadden omringd. Groot stonden ze bij haar: nevelen, dreigend van vorm en gebaar.
"Als 't van mij afhing ," sprak ze, "nee! nooit meer, want ik weet, dat het slecht was, u allen te verlaten, en met de witte wiven van Tubbergen te dansen. Je weet 't, dat 't niet van mij afhangt ...." Ze zweeg, en in haar oogen was al het leed harer ziel. Niets van haar smart bleef voor hem verborgen. "Wat is er dan?" vroeg hij weder. "Er zijn woorden, die nooit gezegd mogen worden."
Daarom is mij de figuur der Lochemsche witte wive wel een weinig vreemd en ware zij minderbelangrijk geweest deze objectieve tegenzin hadde mij ertoe geleid, ze te verzwijgen. Evenals "Hoe Eenrum, Mensingeweer, Obergum en Winsum een naam kregen" een uiting van den volkshumor. Verhaal meteen allegorische beteekenis. Zie voor aanteekeningen op de "Witte Wiven" aanteekeningen hierboven.
"Op het oogenblik, dat hij gevaar liep verpletterd te worden, had Herbert in den kuil gezien alles, wat de witte wiven er deden. Ze zaten voor een vuurtje, en daarboven was een groene boomtak, waaraan een vogel hing, netjes geplukt, of het door menschenhanden was geschied. Ze braadden 't vleesch, de witte wiven. 't Was maar goed ook, dat Herbert zijn oogen den kost had gegeven.
De oudste was de meesteres van alle witte wiven in den omtrek, tot de Veluwe toe. Ze had echter geen naam. Overdag lagen zij in 't zand, één met het zand. Eerst des avonds stegen zij, meestal hoog naar de lucht. Waren het nevelen of wolken? Soms bleven zij op aarde, en renden dan over de vlakte, de scherpe nagels dreigend vooruit, den mond wijd-geopend.
Er werd besloten, dat men heel in de vroegte met een kar naar de belt zou rijden, waar de witte wiven woonden, en de vrouw met geweld mede zou rukken. Men zou zich met geweren wapenen, en deze tegelijkertijd afschieten, opdat de witte wiven op een afstand zouden blijven.
Op dat oogenblik begreep de man, dat zijn vrouw in der witte wiven macht moest zijn, en hij besloot des avonds met de buren erover te beraadslagen, hoe ze haar moesten bevrijden. Ze verlangde naar haar huis terug, en daarom moesten allen hem raden. Tot laat in den nacht bleef men bij elkander.
"Zeker zou Herbert in de kuil zijn gestort, als niet een oude vriendin hem te hulp was gekomen, de oudste der witte wiven. Zij sprong op, haar klauwen grepen het dier in de manen en haar knieën stieten het in de zijde. Even nog trilde het paard. Herbert klopte het tegen den nek, streelde het, en rustig deed hij 't keeren. Stapvoets reed het naar huis."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek