Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Ik heb mannen soms hooren spreken over bijzondere boksmatches en over de kansen van het wedden en terwijl ik er toentertijd niet veel op lette, scheen mij toe, hoe iedereen het er over eens was, dat er heel wat bedrog en truc's aan die sport vastzitten. En als ik u nu bijvoorbeeld aankijk, kan ik moeielijk begrijpen, hoe u in zulk een bedrog betrokken zoudt kunnen zijn.
Een prachtig zwaard, zijden kousen, een wambuis en mantel van fluweel met zilverdraad bestikt! Sapristi! dat riekt duivels naar voorspoed. Ik wil wedden, dat de een of andere vrijzinnige oude vrouw je in haar overvloed doet deelen." "Gij vergist u," zei ik, "mijn zaken staan zoo schitterend niet als ze wel lijken." "Maak dat anderen wijs; je wilt de onnoozele spelen.
Zie je, Maucler, 'k zou willen wedden, dat onze trein met al zijn omhaal, het geloei van zijn stoom, en vooral zijn reusachtigen olifant, die verwenschte roofdieren schrik aanjaagt, nog meer dan een spoortrein zou doen en dit zal maar al te zeer het geval zijn, zoolang hij op marsch is! Als de trein rust, moeten wij hopen, dat we gelukkiger zullen zijn. Die luipaard was toch werkelijk dwaas!
Waarom roept gij steeds Gods naam aan tegen mij? Onrecht is beter dan recht." Daarop antwoordde de goede broeder: "Ik wed, dat onrecht niet beter is dan recht!" Zij wedden om honderd tzechins en kwamen overeen de beslissing aan den eersten voorbijganger, die zij zouden ontmoeten, over te laten.
"Willen wij eens wedden?" vroeg de Engelschman nu. "Wat wedden?" "Om tien dollars of vijftig of honderd dollars, of zooveel gij maar wilt, dat ik u eer doodschiet, dan gij mij." "Dan zoudt gij de weddenschap verliezen?" "Denkt gij dat? Well, laat ons dan wedden om honderd dollars!"
Ook wil ik wel wedden, tien tegen een, dat gij mij weer over geloofszaken hebt te spreken; uw opgewonden woorden van zooeven verkondden mij alhaast wat er komen moet. Wees intusschen zoo goed, u thans wat te matigen! Inderdaad! antwoordde Abdal Kadir, het geloof, ons eenig waar en onvervalscht geloof, is het ook nu wederom wat mij herwaarts voert. Daarover wensch ik een oogenblik onderhoud.
Alfred was geweldig verbolgen, maar ik zeide hem dat het zijn eigen schuld was; ik wilde met hem wedden, voor zooveel hij verkoos, dat ik den neger kon temmen; en eindelijk werd er afgesproken, dat als ik hem ving, ik hem zou hebben om de proef te nemen. Zij verzamelden zich dus in een troep van zes of zeven, met honden en geweren voor de jacht.
"Waaratje, dat zal grappig zijn, Tom; ik wou, dat het nu al zoo ver was!" "Ik ook. En wanneer wij hun vertellen, dat we het geleerd hebben toen we zeeroovers waren, zouden zij dan niet willen dat zij er bij geweest waren?" "Neen, dat geloof ik niet; maar wij zullen er om wedden." Dus ongeveer liep het gesprek der knapen.
Zie toch eens waarom zouden wij daarginds niet visschen? Ik verzeker u dat ik garnalen zie. Er zijn er bovendien overal in zee te vinden, niet waar? En ik durf wedden dat men slechts zijn net behoeft uit te slaan". "Doe dat maar, Mijnheer Chabre", antwoorde Hector. En om weer bij adem te komen, sloeg mijnheer Chabre zijn net uit in een plas niet grooter dan eene hand.
"Wedden dat je het niet weet? Wat is het dan?" "Wel, water uit vermolmd hout." "Water uit vermolmd hout! Ik geef geen cent on water uit vermolmd hout!" "Niet? Heb je het dan nooit geprobeerd?" "Neen, ik niet, maar Bob Tanner wel." "Wie heeft je dat gezegd?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek