Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


"Wilt gij dat wedden? Dat is heerlijk! Dus, dat beweert gij? Dan beweer ik het tegenovergestelde; en wij wedden om vijf dollars, of om tien. Of wilt gij om nog meer, ik ben dadelijk uw man!" "Dank u, mylord! Wat ik daar zeide van wedden, was maar bij wijze van spreken. Ik moet u nogmaals zeggen: wedden doe ik nooit. Behoud uw geld! Gij zult het wel anders kunnen gebruiken.

Maar ben je zeker, dat hij even sterk is als de andere?" vraag ik. "O, ja," antwoordt hij, "ik ben zelfs bereid, te wedden om wat men wil tegen die vuile zweephandvatten, die men mij wil opdringen." Onder die beleediging vliegt Stubberud op en roept: "Dat zullen we eens zien! Kom eens nader, als je den moed hebt, je zweep met de mijne te meten." Hansen neemt de uitdaging dadelijk aan.

Een jongen stapte naar voren, en zei ja. Ik nam mijn tafeltje en zeide: Op wien woudt gij wedden? Op Ben-Hur, den Jood, antwoordde hij. Toen zeide ik: Om hoeveel zullen wij wedden? Hij antwoordde ... hahaha! O, Messala, ik moest zóó lachen, 't was zoo gek, hahaha! Messala keek Cecilius vragend aan, en deze zeide: een sikkel; welke mededeeling een luid en algemeen gelach veroorzaakte.

Ik zou tien tegen één durven wedden dat gij daarbij wel varen zult, en de koningin u de middelen in de hand geeft..." »Die zullen wel toereikend zijn," viel Didymus met bitterheid in, »om een paleis te bouwen, in plaats van het huisje, dat mij ontnomen wordt." En toen barstte hij weder uit: »Maar wat vraag ik naar uw geld! Ik wil mijn recht, mijn goed eerlijk recht.

Toen antwoordde Stormsterk: "Zou een ander als Wodan weten, dat hij iets fluisterde in het oor van Balder, zijn zoon? Ik weet nu: met Wodan zelf waagde ik het te wedden. Maar gij zult steeds de wijste zijn." De Wereldzang der Wichelares Stilte gebied ik aan allen, luistert: Ik, die de wijsheid weet, ga u zeggen wondervolle woorden.

"Wedden is mijn grootste liefhebberij, dat wil zeggen, ik wed graag, en bij elke gelegenheid." "En doolt in de prairie rond met een zak vol banknoten bij u!" "Hoe zou ik kunnen wedden als ik geen geld bij mij had? Dus, om honderd dollars, is het niet? Of wilt ge om meer?" "Wij hebben geen geld." "Dat doet er niets toe; dan zal ik het u leenen, totdat gij mij betalen kunt."

Gij zoudt ook niet gaarne een paard koopen of er op wedden, zonder het alvorens gezien te hebben."

Ik wanhoop echter niet; luistert naar mijn plan; ik zal mij in een mooie kat veranderen en gaan spelen in den tuin van het paleis onder de ramen van den toren, die door de prinses wordt bewoond. Ik durf wedden, dat zij zal verlangen mij te bezitten, zoodra zij mij ziet en zij zal haar kameniers naar beneden zenden om mij te vangen en bij haar te brengen.

Deze kleine voet en fijne enkel maakten, benevens hare handjes, de voornaamste schoonheden van de magere Amelie uit, die een lang bleek gezicht had, met groote groenachtige zwemmerige oogen, welke zij evenwel, of omdat zij bijziende was, of omdat zij het schijnen wilde, zoo dicht toekneep dat men wedden zou dat zij niets zag.

Wie is toch die ... heer, vroeg ik aan iemand naast me. «Man» durfde ik niet zeggen, om de witte dassen. En er werd my 'n naam genoemd, dien ik kende. Dat is 'n vrome familie, zei ik. Zeker! En hyzelf is vooral niet minder vroom dan de rest. Hy is ... Ouderling, wil ik wedden. Geraden! En hy is boos op je, omdat je ... nu dan, omdat je 'n «vrydenker» bent. 't Was zoo!

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek