Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Het zwaarste werk was achter den rug en hij twijfelde er geen oogenblik aan, dat men hem zou opsporen. Opeens hoorde hij een schot vallen. Ha! zeide Dries, men zoekt mij. Toen herinnerde hij zich zijn geweer, en hij sleepte zich voort naar de plaats waar de luipaard hem had aangevallen. Toen hij geschoten had, klonk dadelijk een schot tot antwoord en snel schoot hij weder zijne buks af.

De "Luipaard" (Felis pardus) heeft een lengte van 170

Goeden dag samen, zei de vos, en hij kwam in het ganzenhok. Alle ding daar het behoort, zei het varken, en het kroop in de geldkast. Kort beraad, goed beraad, zei de wolf, en hij hapte naar het schaap, dat hem ontsnapte. Gelijk bemint zijns gelijk, zei de luipaard, en hij verslond een bonte kraai. De druiven zijn zuur, zei de vos, toen hij er niet bij kon.

De tchîta is een soort van luipaard, in Indië thuis behoorende, niet zoo groot als de tijger, maar bijna even zoo geducht, zoo vlug, lenig en sterk is hij. Kolonel Munro, Banks en ik wij hielden hem onder de veranda staande in 't oog, en wachtten altijd op het schot van den kapitein. Blijkbaar had zich de luipaard op het gezicht van onzen olifant vergist.

Uiterst moeilijk was het, den Luipaard weer in zijn hok terug te drijven. Uit eigen beweging ging hij niet, en 't was haast niet mogelijk hem te dwingen. Bedreigingen hadden in 't geheel geen invloed op hem: als wij hem den zweep voorhielden, liet hij ons zijne klauwen zien; op ons roepen antwoordde hij met blazen; als wij op hem afgingen, maakte hij zich tot een sprong gereed.

Dries voelde den heeten stinkenden adem van het ondier in zijn aangezicht, en uit afschuw bracht bij het hoofd achterover, toen de luipaard hem in het gelaat poogde te bijten. Met eene snelle beweging bukte hij zich tusschen de voorpooten van het dier, en toen het monster zijne scherpe tanden in zijn hals sloeg, stak Dries hem den langen ponjaard in de zijde.

Daartusschen verneemt men klanken, die soms herinneren aan het doffe gebrul van den Luipaard, soms aan het zware gebrom van een stier, die voor de veiligheid van zijn gezin bezorgd is. Het geheele gezelschap brult, bromt, blaft, schreeuwt, knort en krijscht ordeloos dooreen.

Wij dachten reeds, dat wij nu aangevallen zouden worden en haastten ons iets meer dan gewoonlijk met het laden van de buksen. Toch bracht het geraas in de diepte teweeg, dat wij onze opmerkzaamheid vestigden op hetgeen er beneden ons voorviel. Wij hoorden onze Honden blaffen, de menschen roepen, en verstonden eindelijk de woorden: "Help! Help! Een Luipaard!"

Van roofdieren hebben de in vrijheid levende Apen niet veel te lijden. Voor de viervoetige Roofdieren zijn zij te vlug; hoogstens zal de Luipaard nu en dan een onvoorzichtig aapje door list buit maken. Den Roofvogel weerstaan zij met vereende krachten. Zeer bang zijn zij voor Kruipende Dieren en Amphibiën, vooral voor Slangen, hetwelk vooral blijkt, wanneer zij vogelnestjes uithalen.

De Abessiniërs meenen, dat de Luipaard, de ergste vijand van de Klipdassen, langs de rotswanden sluipt, wanneer men ze tegen den avond of gedurende den nacht hoort schreeuwen; want na zonsondergang houden zij zich altijd stil, tenzij zij gestoord worden. Ook Vogels kunnen hun den grootsten schrik veroorzaken.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek