Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Dit is eene in vollen nadruk prachtige, echt koninklijke zaal, waarvan het effect nog wordt verhoogd door de vijf-en-dertig kristallen lichtkronen en twee-en-vijftig kandelabres, die te zamen niet minder dan vijf-en-twintighonderd waskaarsen kunnen dragen.
Er stonden tenten als op een kermis, waar monstruositeiten te zien waren en reuzen en dwergen; ook winkels, waar men naast de benoodigdheden voor het feest, als waskaarsen, bloemen, vruchten en linten van allerlei kleur, ook kinderspeelgoed en snuisterijen verkocht.
"Nader, nadert beiden. Ik bemin u zeer. O, 't is zoet zóó te sterven. Ook gij, Cosette, bemint mij. Ik wist wel, dat gij steeds vriendschap voor den ouden goeden man hadt. Hoe lief zijt gij, mij een kussen onder de lendenen te hebben gelegd! Ge zult mij een weinig betreuren, niet waar? Niet te veel; ik wil niet, dat ge werkelijk verdriet hebt. Ge moet uw geluk genieten, mijn kinderen. Ik heb vergeten u te zeggen, dat men op de gespen zonder tongen meer verdiende dan op al het overige. Het gros, de twaalf dozijn, kwam op tien francs en werd voor zestig verkocht. 't Was voorwaar een goede handel. Gij moet u dus over de zesmaal honderdduizend francs niet verwonderen, mijnheer de Pontmercy. 't Is eerlijk gewonnen geld. Ge moogt gerust rijk zijn. Ge moet rijtuig houden, nu en dan een loge in den schouwburg, fraaie kleederen hebben, mijn Cosette, en uw vrienden diners geven; ge moet zeer gelukkig zijn. Straks schreef ik aan Cosette. Zij zal mijn brief vinden. Aan haar vermaak ik de twee kandelaars, die op den schoorsteen staan. Zij zijn van zilver; maar voor mij zijn zij van goud, van diamant; zij veranderen de waskaarsen, die men er op zet, in gewijde kaarsen. Ik weet niet of hij, die ze mij gegeven heeft, hierboven over mij tevreden is. Ik heb gedaan wat ik kon. Mijn kinderen, vergeet niet, dat ik een arm mensch ben; laat mij in een afgelegen hoekje begraven, onder een steen om de plaats aan te duiden. Dat is mijn wil. Geen naam op den steen. Zoo Cosette nu en dan daarheen wil gaan, zal 't mij genoegen doen. Ook gij, mijnheer Pontmercy. Ik moet u bekennen, dat ik u niet altijd bemind heb; ik vraag er u vergiffenis voor. Thans zijt gij en zij slechts één voor mij. Ik ben u zeer dankbaar. Ik gevoel dat gij Cosette gelukkig maakt. Zoo ge wist, mijnheer Pontmercy, hoe haar schoone rozenwangen mij verheugden; wanneer ik haar bleek zag, was ik treurig. In de tafel ligt een bankbiljet van vijfhonderd francs. Ik heb er niet aangeraakt. 't Is voor de armen. Cosette, ziet ge uw jurkje, dáár, op het bed? herkent ge het? 't Is echter niet langer dan tien jaren geleden. Hoe snel verloopt de tijd. Wij zijn zeer gelukkig geweest. 't Is nu gedaan. Weent niet, mijn kinderen, ik ga niet ver, ik zal u van d
Doorgaans wordt het beeld in eene nis geplaatst, onder het schijnsel van drie of vier kaarsen: eene zwakke herinnering aan den schitterenden glans van de honderden waskaarsen op het hoogaltaar der kathedralen.
Des avonds waren de vensters der huizen bij het voorbijtrekken van den stoet met duizende waskaarsen verlicht, en eene overgroote volksmenigte in bonte, schilderachtige kleederdracht, onder welke ook vele aanzienlijke vrouwen waren, sloot zich, met brandende kaarsen in de hand, aan den optocht aan.
De offers van merkwaardige vruchten en zonderlinge bloemen, de hoopen koren en rijst, op lakens van een verblindende witheid uitgespreid, de bonte menigte, die af en aan golfde in gereserveerde kalmte, al die elementen werkten op de verbeelding en deden iemand als in een droom verkeeren, gewiegd door den sterken geur uit al die bloemen en vruchten, de brandende waskaarsen en, het moet gezegd, de uitwaseming van al die menschen onder de heete tropenzon.
Een nieuw linnen werd over het lijk gelegd; men ontstak nog meer waskaarsen en nam eenige maatregels om alle verdere ontheiliging der kapelle te voorkomen. Toen men hiermede gedaan had, wenkte de proost zijnen neef. Beiden gingen tot op het middelplein.
Zoo naderde er nu een man, die op eenen stok leunde, tot eene der voorste banken en knielde neder tusschen twee vrouwen. Zij bezagen hem, voor zooveel het schemerlicht der waskaarsen het hun toeliet; zijne hooge gestalte verwonderde hen.
Doorgaans wordt het beeld in eene nis geplaatst, onder het schijnsel van drie of vier kaarsen: eene zwakke herinnering aan den schitterenden glans van de honderden waskaarsen op het hoogaltaar der kathedralen.
Eene bizonderheid van 's mans uiteinde is bekend gebleven. Als zijn lijk op het praalbed volgens gewoonte met brandende waskaarsen omringd was, viel door eenig toeval een der waslichten om, en hadden reeds de ornamenten en lijkgewaden vuur gevat toen juist op tijd komende bidders blussching aanbrachten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek