Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Want zooals met de zon Van aanvang af het licht de ruimte kliefde, Doch éér niet stralen kon, Zoo woont in al wat edel is en puur Vanzelf de zoete liefde, Gelijk de gloed in 't glanzen van het vuur.
"Maar het is toch wel heel toevallig, dat dit juist gebeurt in het stadsdeel, waarin je vroeger vriendinnetje woont: wat bewijst mij, dat je niet op haar wacht?"
Een der eerste échelons bracht 40 Dajaks in Pionierbivak en over dezen niet genoeg te waardeeren hulptroep wil ik eerst een en ander mededeelen. In het noordoosten van Nederlandsch Borneo, aan den bovenloop van de Kajan, die bij Boeloengan in zee valt, woont de Dajakstam, waartoe onze menschen behooren.
"Als ge hem wilt leeren kennen," zei ik, "dan is daar morgen gelegenheid toe, wanneer althans Sangrado nog leeft en nog in Valladolid woont. Ik kan dat echter moeilijk gelooven, want hij was al oud, toen ik hem verliet en er zijn sedert dien tijd heel wat jaren verloopen."
Met een van deze dochters is hij getrouwd en daar hij geen andere vrouwen heeft, eene tweede vrouw, die hij had, is gestorven woont hij meestal bij vrouw, zusters, tantes en moeder in.
Bedelend trekt zij met hare kinderen terug naar haar land en haar klooster en wordt uit barmhartigheid opgenomen door eene weduwe, die bij het klooster woont. Op hare vraag naar de kosteres BEATRIJS verneemt zij, dat deze nog altijd in het klooster haren dienst getrouwelijk verricht.
"Er is toch geen zwarigheid?" vroegen de dames, als uit éénen mond. "Waar komt hij vandaan? Is het iemand uit Amsterdam?" vroeg Tante. "Ik weet niet," zeide de knecht: "'t Is een Monsieur in 't zwart, en, zoo ik mij niet bedrieg, dezelfde, die in het huisje van Baas Roggeveld woont." "En komt die om mij te spreken?" vroeg ik: "ik kan niet begrijpen...."
De heer M..., schrijver bij de marine, die vlak bij het strand, in de voormalige kerk van Taio-Hae woont, komt ons verwelkomen. In dergelijke omstandigheden is de kennis spoedig gemaakt; onze nieuwe vriend verklaart zich bereid, ons in alles, waarin wij hem noodig konden hebben, van dienst te zijn.
"Ik heb gehoord," begon Dik, "dat ge van plan zijt, het dorp te verlaten en in de stad te gaan wonen?" "Ja, dat is te zeggen," was het antwoord, "als ik mijn boeltje hier naar mijn zin verkoopen kan. Ik ben niet van plan, om zoo maar weg te loopen." "Neen, dat begrijp ik. Ik ben dan ook juist gekomen, om daar eens over te praten. U woont hier in een huurhuis, niet waar?"
De soep had mij weder kracht gegeven, ik stond op om te vertrekken. Waar wilt gij heen? vroeg de vader. Vertrekken. Waarheen wilt gij gaan? Dat weet ik niet. Hebt gij vrienden in Parijs? Neen. Geen menschen, die uit dezelfde streek komen als gij? Niemand. Waar woont gij? Wij hadden geen woning; wij zijn eerst gisteren hier gekomen. Wat wilt gij doen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek