Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Nauwelijks is die wond door den tijd niet geheeld, maar gelenigd, of heftige verbitterde en ruwe brieven van zaakgelastigden bereiken mij. Men bedreigt mij en hoont mij tegelijk met armoede. Dat kan ik dragen. Ik kan mij wennen aan erger dan dat. Doch mijn beide kinderen worden mij langs gerechtelijken weg ontnomen.
Zoodra Jantje loopen kon, en dat kon hij heel vroeg, liep hij grootvader overal na. Anneke was daar eerst wel wat ongerust over, omdat grootvader zoo erg doof was, maar toen haar Jantje altoos weer gezond en wèl terugkeerde in de ouderlijke woning, begon zij daar spoedig aan te wennen. Als Jantje zoek was, dacht ze al dadelijk: "O, hij zal wel weer bij grootvader wezen."
De sombere schare had geen gebrek aan stof tot gesprek. Daar was nog menigeen, die vertellen kon hoe vreeslijk de noodjaren van 1808 en 1809 geweest was en in den strengen winter van 1812, toen de menschen doodvroren. Hongersnood was hun niet vreemd. Zij hadden zijn woest gezicht wel eerder gezien. Zij wisten hoe men brood van boombast bakt en dat men de koeien kan wennen mos te eten.
Misschien zou het toch beter gaan dan zij eerst dacht en vreesde; maar zij voelde wel dat zij er nog aan wennen moest. Het was een vreemd gevoel in haar; mengsel van hoop en vrees en ook van ontzag en een soort schaamte. Waarom schaamte? Dat begreep ze zelve niet, maar voelde 't zoo.
En is 't wonder, dat de kinderen dit voorbeeld volgen, en aldus een natuurlijk geestelijk proces bederven door een onzedelijk bijmengsel? Wie ziet, hoe gemakkelijk de jongens en ook de ruwere arbeiders zich wennen aan hun bijnamen, maakt daar niet veel drukte over. De wijze, waarop zoogenoemd beschaafde volwassenen in krant en vergadering malkaar uitmaken, is ja wat hatelijker.
Voor Paul had al dat geroes iets onwezenlijks...; hij voelde er zich niet in; hij zag het als door een stereoscoop.... "En wat vindt-je van de anderen," vroeg Louis, "van Papa en Mama?..." "Nou ... wat vindt-je zelf?" "Hm!... och!... ze zijn zoo kwaad niet.... Hij kan wel aardig kletsen.... Mama is wat stijfjes. Maar dat zal wel wennen...."
Daarentegen hechten de gevangenen zich soms in korten tijd sterk aan hun nieuwe woonplaats, zoodat men ze in huis en hof vrij kan laten rondloopen; zelfs aan den wagen, waarmede zij vervoerd worden, wennen zij zoo zeer, dat men ze op iedere pleisterplaats kan loslaten; des morgens, als het uur van het vertrek gekomen is, zijn zij stipt bij den wagen terug en laten zich zonder bezwaar opnieuw in hun kooi opsluiten.
Dominus, zei de senex; en nu we hier zoo rustig wat bij elkaâr zitten te praten, woû ik je eens wat zeggen. En wat dan, senex? zei de dominus naar links. Kijk eens, dominus, zei de senex. Ik ben nooit heel gelukkig geweest als komediant. Ik speel wel vrij goed de senex-rollen, maar ze hebben me nooit gelukkig gemaakt. Ik heb nooit kunnen wennen aan dien zwaren, beroerden, houten maskerkop.
Dan scheurt een schel wit licht de wazige woud-atmospheer vaneen, de golfjes van 't beekje gaan hem plagen, jagen hem voort. Hij kan zich niet wennen aan het idee dat hij verder moet, maar de twijfel maakt zijn bestaan van nu onhoudbaar.
Gewend als ze waren aan de schaduwen van het huis, de dag-verleptheid der kamers, gevoelden zij eenige vreemdheid elkaar te ontmoeten in de straat die harder, ontledender werkte. Zij geleek kleiner bij de huizen, de muren hij bleeker, ònbekender. Hij moest wènnen an 'r ander voorkomen. Ze was 'n mooi, zwart jodinnetje, met los-krullend vol-weeldrig haar en heel-groote oogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek