Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
't stuwen van de sneeuw! de zon-ontwaakte Lawine! wier drievoudig door den storm Gezifte massa vlok bij vlok verzaêmd was, Gelijk in geesten die den hemel tarten Gedachte wordt gestapeld op gedachte, Totdat een groote waarheid losraakt, rondom Weergalmen dan de volken, tot hun wortels Daavrend geschud, als thans de bergen doen.
En spint den vlok tot draad, en weeft den draad Tot doek, waarop zy, eindloos voortbordurend, Den loop van al wat is, te aanschouwen geeft. En wie 't verband ontkent, is schuldig blind, Ter nauwernood onschuldig wie 't niet kent! Van dit alles wist Wouter niets. Z'n onkunde mag wel een der oorzaken geweest zyn van de rilling die hem bekroop, toen-i met juffrouw Laps de trap van haar woning opging.
Met een hartelijken handdruk, waarbij een gulden uit Gerrits hand in die van zijn reisgenoot overging, zei de eerste: "Ik dank je wel, Vlok!.... Voor de kleintjes, hoor!" "Maar meester, dat is te veel. De boer betaalt me." "Ik betaal je ook niet; het is een aardigheidje voor de kinderen."
Nou, toen werd ik toch een oogenblik omgekeerd. Maar toen Klap: "Kijk," zei die, "als 't nog onze eigen huizen waren, dan was 't wat anders, maar het is het eigendom van de Diakonie, en dát mag ik niet tegen de kerk in laten gebruiken."" "Zoo'n huichelaar!" barstte Gerrit los. "Ja," zei Vlok zachtmoedig; "het wou er bij mij ook niet in. Maar dát konden we niet beloven.
Eén van hen geleidde mij aan de vlok tusschen mijn ooren den nauwen bergspleet in; Dionyzius volgde, al de andere mannen volgden een voor een.
En schoon mijn vloeken, gelijk vlok bij vlok De sneeuw op onbegroeide kruinen valt, Dalen door zwevende atmosfeer en kleven Aan haar, schoon ze in het duister van mijn toorn Stijgt op des levens rotsen stap na stap, Gelijk het ijs den ongeschoeiden voet Haar wondend, tòch blijft zij de ellende meester, Strevend, niet onderdrukt; maar weldra valt zij.
De drukte duwde, en Johan kwam te staan naast den trommelslager, bij een ouden neger, grijzig en krullig van baardjes, wenkbrauwloos, maar met een vlok als een kuif wol midden op zijn stoffig-zwarten kop.... een duister oud lichaam in de aschkleurige lappen van een niet thuis te brengen hemd.
"Toen dat met Poort; toen die ineens niet meer oefenen mocht?" "Ja; daar was ik bij," antwoordde Gerrit; "dat heeft voor mij den doorslag gegeven." "Nou, zie je, daar heb je 't!" vervolgde Vlok; "dat stuitte ons dan ook danig tegen de borst; daar konden we niet overheen. En toen zooals meester weet, kwamen wij ook bij de Afgescheidenen kerken, maar we gingen niet over, begrijp je.
Rudy was vroeger nog nooit zoo hoog op het gebergte geweest en had nog nooit de uitgestrekte sneeuwzee betreden; hier lag deze nu met haar onbeweeglijke sneeuwgolven, waarvan de wind nu en dan een vlok wegblies, evenals hij het schuim van de golven der zee wegblaast.
Alleenig vrouw de Greef, zie je, die ging over. Dat ging zoo z'n gangetje, alles goed en wel; je hoorde van niets. Tot nou in eens, gisteren veertien dagen, den laatsten Juni, komt de diaken Klap eens binnenloopen. "Zeg Vlok," zeit ie; "dat kan zoo niet langer." "Wat kan niet langer, mijnheer?" vraag ik zoo.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek