United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


En de wijde baai, groot golvend, vereffent tusschen haar naderende oevers tot zij stil wordt als een geleidelijk uitvloeiend meer. Klaar tot in diepe verten van blauw toe glanst zij langs den zoom van de welig begroeide heuvels. Daar tegenaan, met een rij witte huizen langs het water en op een landspits, donker van geboomte, een grijzig fort, ligt Ambon.

De drukte duwde, en Johan kwam te staan naast den trommelslager, bij een ouden neger, grijzig en krullig van baardjes, wenkbrauwloos, maar met een vlok als een kuif wol midden op zijn stoffig-zwarten kop.... een duister oud lichaam in de aschkleurige lappen van een niet thuis te brengen hemd.

Het hellende dak der korst, van boven, was donker zwart bruin en ging, bij het zijwaards afdalen van de korst, in een melkchocolade-kleurig bruin over, van daar in lichter bruin, geel bruin, en de onderkant was grijzig geel, zwart doorschemerend. Aan den éenen uithoek was ook weêr het kruim zichtbaar, de andere was een geel bruinig rontetje, als de kin van een Indische vrouw.

Daarop neemt een onbekend heer het woord als afgevaardigde van een industrieel genootschap, waarvan de graaf de Verteuil eere-voorzitter was geweest. Een klein mannetje, met een grijzig uiterlijk, vertelt ten slotte hoe bedroefd de Academie van zedelijke en politieke wetenschappen is over het heengaan van dezen voorbeeldigsten harer leden.

Maar de stilte duurde, verzwolg den tijd.... En tusschen de plooien der overgordijnen kwam grijzig 't onzekere morgenlicht. De kamer geraakte in schimmige schemering.... De sleutel van de voordeur lag beneden in 't mandje, dat op het buffet stond. Om kwart over vijven zette ze 'n hoed op, deed haar manteltje om.

Recht boven 't land stond de open hemel, strak, star-helder blauw, maar in de wijde welving waziger, ook aan den zonkant, waar de damp hel sprankelde in gloeiing, de westerhorizon was grijzig wit als hing daar rook van smeulend hout.... Klokgeklep, van verre, trillend, 't eenige geluid, en teeken dat het Zondag was....

Er werden een paar flesschen gebracht door een oudachtige burgervrouw met grijzig flodderhaar en een gelig wreed-strak gezicht, en de kurken knalden dof; veel glazen werden ingeschonken. Ook voor hem zag hij een glas staan ergens ver-weg, op een tafeltje. Gauw daarna zag hij Edward weggaan met die meid en zij keek nog even om naar een van de anderen en grijnsde met bestiale vergenoegdheid.

Zij wist hoe zijn haar was, waar er rimpels waren op zijn gezicht, wanneer hij naar zijn zin geschoren was en wanneer niet. Zij wist wanneer en waar zijn wangen rood werden; al de schakeeringen van schaduw en licht, van rood en wit en blauwig en grijzig, het geaderde, het gladde van zijn gezicht had zij nagegaan, onwillekeurig en toch om dat zij het wilde.

Op de stoep staand voelde Paul zich bevooroordeeld tegen de bruid en haar familie. Het kan nog meevallen, dacht hij, maar hij geloofde 't niet. Na een paar minuten werd er opengedaan en gingen ze binnen in de ruime vestibule, mat-wit naar alle kanten, flauw verlicht, grijzig van schaduwen.

Onder aan de viale's en terrassen van den Pincio koepelt de groote stad. Eerst, ruim, en vlak beneden, de Piazza del Popolo, met den obelisk en de waterspuwende leeuwen, de groepen beeldhouwwerk, de granieten kolommen en de bronzen trofeeën; een lange, eenzame weg, grijzig, schiet recht weg naar St.