United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Verkoolde kaarspitje zakte in 't uitvloeiend sausje, danste met blauw geknetter. "Zoen dan nog effen vóór we na benejen gaan" , zei ze, 'm niet met 'r gitoogen loslatend.

Totale lengte 27, staartlengte 12 cM. Het vederenkleed is grasgroen, in de mantelstreek bleek olijfbruinachtig grijs uitvloeiend; het voorhoofd, het voorste deel van den bovenkop, de teugel, de wang, de hals en de borst zijn lichtgrijs, de kop bruinachtig met dwarse golflijnen, de onderborst en de buik effen lichtgrijs, de onderbuik, de schenkels, de aarsstreek en de onderdekveeren van den staart geelachtig groen, de vleugels van boven indigoblauw in verschillende tinten, van onderen donker marineblauw, de staart van onderen groenachtig marineblauw.

De kop, de keel en de borst benevens de onderdekveeren van den staart zijn levendig karmijnrood, de veeren van het achterste deel en van de zijden van den hals, van den mantel en van de schouders zijn zwart met breede lichtgele zoomen, die van de onderborst hooggeel, die van de zijden van de borst geel met zwarte middelvlek, die van den buik, van de schenkels, van den staartwortel en de bovendekveeren van den staart fraai lichtgroen, vaalgeelachtig uitvloeiend, de slagpennen zwartbruin, met donkerblauwen rand op de buitenvlag, de handpennen prachtig paarsblauw, de laatste 3 of 4 armpennen met breeden, lichtgroenen rand op de buitenvlag, alle van onderen grijsachtig zwart; de middelste staartveeren zijn donker olijfkleurig groen, nader bij de spits blauwachtig groen; van de overige is de wortelhelft donkerblauw, de tophelft licht paarsblauw, de top wit.

De vleugelbocht is blauw, elke veer met een witachtigen eindzoom; de vleugels zijn donker grasgroen, in de schouderstreek bruinachtig geelgroen uitvloeiend, de onderschenkelveeren korenbloemblauw. Deze fraaie Vogel bewoont uitsluitend Ceram en Amboina en komt hier zoowel in het stille woud als in de buurt van menschelijke woningen veelvuldig voor.

En de wijde baai, groot golvend, vereffent tusschen haar naderende oevers tot zij stil wordt als een geleidelijk uitvloeiend meer. Klaar tot in diepe verten van blauw toe glanst zij langs den zoom van de welig begroeide heuvels. Daar tegenaan, met een rij witte huizen langs het water en op een landspits, donker van geboomte, een grijzig fort, ligt Ambon.