Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


De vischverkooper, ondervraagd, wilde niets belijden, zelfs niet wanneer men hem de drie vingeren toonde, die de soldaat afgekapt had, en die aan zijne rechterhand ontbraken. Hij antwoordde steeds: Ik ben arm en oud, hebt medelijden met mij! Maar het gemeen jouwde hem uit en riep: Gij zijt een oude wolf, een moordenaar van onschuldige kinderen. Geen medelijden, heeren rechters!

En de vischverkooper bleef alleen in zijn huis als een vadermoorder, en dorst slechts 's avonds buitenkomen; want de mannen en vrouwlieden die hem zagen, jouwden hem uit en heetten hem moordenaar, en de kleine kinderen vluchtten voor hem, daar men hun gezegd had, dat hij de hangman was.

En niet alleenlijk in het duin liep ik, maar langs alle wegen en paden van 't platteland. Toen sprak de baljuw: Heb berouw en bid God. Maar godslasterlijk antwoordde de vischverkooper: 't Is de Heer God, die wilde dat ik was wat ik ben: ik deed alles ondanks mij zelven, beroerd door den wil der Natuur. Boosaardige tijgeren, die mij onrechtveerdig wilt straffen!

En, met treurig hert, zag hij naar de wolken, die, als waanzinnigen, elkander achternazetten in den hemel; naar de zee, waar de branding zich als lichtende schaapkens vertoonde, en, bij den gloed van lanteernen en toortsen, naar het doodsbleeke gelaat van den vischverkooper, dewelke hem bezag met valschheid en wraaklust. En de assche klopte op zijn hert.

Toen deed de vischverkooper hun nederig zijn beklag, maar zij antwoordden hem, dat zij wel mochten tappen, maar dat zij daartoe geenszins waren gedwongen. Eindelijk ging de vischverkooper drinken in den Rooden Valk, eene kleine herberg buiten de stad, aan de vaart naar Sluis. Daar wilde men hem bedienen, want 't waren arme lieden, wien alle geldstukken welkom waren.

Juist als hij voorbij hem kwam, kon hij hem van dichtbij zien, en, luide sprekend lijk de menschen die in alleenigheid leven, hooren zeggen: Waar mogen die karolussen steken? Waar de duivel ze gevonden heeft, antwoordde Uilenspiegel, en meteen gaf hij hem een vuistslag in 't gezicht. Laas! sprak de vischverkooper, ik herken u, gij zijt de zoon, heb medelijden, ik ben oud en krachteloos!

Klaas liet hem binnen, stak eene lanteerne aan en men zag hem, den ketter den weg wijzend, de trap opgaan en den vreemdeling brengen in een kleine dakkamer waarvan het venster uitzicht geeft in den hof. Wie anders, riep Klaas uit, kan dat alles overgedragen hebben dan gij, deugniet van een vischverkooper?

Trek hem van voor het vuur weg, sprak de baljuw. De beul gehoorzaamde. Waar is uw goud? vroeg nog de baljuw. De koning zal het niet weten, antwoordde de vischverkooper. Brand hem van dichtbij met de vlammende keersen, sprak de baljuw. Breng hem dichter bij het vuur. De hangman gehoorzaamde en de vischverkooper schreeuwde: Ik zal niets belijden. Ik sprak reeds te veel: gij zult mij verbranden.

En heure beenderen kraakten en 't bloed van heure voeten gutste ten gronde. Uilenspiegel zag het en sprak, bevend van smert en van gramschap: Vrouwenbeenderen, breekt ze toch niet, heeren rechters. De vischverkooper! zuchtte Soetkin. En heure stem was zacht als de stem van eene schim. Heeren rechters, de handen en voeten zijn rood van 't bloed. Men heeft heure beenderen gekraakt.

Stondt gij dien Zondag niet stijf als een paal aan uwe zulle, schijnheilig naar de zwaluwen te kijken? En hij wees naar Judocus Grijpstuiver, deken der vischverkoopers, die met zijn leelijke tronie tusschen het volk te zien was. De vischverkooper grijnslachte, toen hij hoorde dat Klaas aldus zich zelven verried.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek