Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Wat jij, Gerrie, vind jij ook, dat de positie van de vrouw verbeterd moet worden? Ik ben heel tevreden, hoor! Ik ook! riep Mientje. Ik vind de mannen nog zoo kwaad niet. Ze zijn heel goed, om je allerlei dienstjes te bewijzen, en dat doen ze graag, want.... .... de slavernij zit de man in 't bloed! riep Clara.
Een jaar vroeger, toen zij nog een klein onverschillig meisje was, zou zij geantwoord hebben: "Nu, ik vind hem heel lief." Tien jaren later, met de liefde van Marius in het hart, zou zij geantwoord hebben: "Pedant en ondragelijk om te zien; ge hebt gelijk." Op het oogenblik des levens en des gevoels, waarin zij thans was, antwoordde zij enkel met de grootste bedaardheid: "Dit jonge mensch!"
Hij liet mij door Stiwa zeggen, dat hij Jawschin niet verlaten mocht. Nemen wij aan, dat dit de ware reden is hij spreekt nooit onwaarheid maar in deze waarheid ligt nog iets anders. Hij verheugt zich over de goede gelegenheid om mij te toonen, dat hij nog plichten heeft. Dat weet ik. Dat vind ik ook goed. Maar waarom moet hij mij dat bewijzen? Ik behoef geen bewijs, ik wil slechts liefde.
Maar... God voor oogen, dat 's best van allemaal. Wel ja, straks voorby Halfweg als je-n-in die streken bekend bent, zal je 't zelf zien dan kom ik, om zoo te zeggen, van Amsterdam, en hier gaan we nog altyd maar naar Haarlem. Hoe vind je die? En hy is pas zeventien!
Ik vind het wel vriendelijk van u, Ernest; maar moet ik niet vreezen dat ge weinig zin hebt in het nachttoertje dat we onder ons afgesproken zijn te doen? .... Ge ziet er zoo somber uit. Ernest had, telkens hij vóor Sörge stond, het onaangenaam gevoel van iemand die zich gewend heeft aan een streng toezicht over zijne minste gebaren en die nu gebaart met aarzeling en toeziet met onzekerheid.
Ja, ik vind, dat onze literatuur op 't oogenblik zeer gezond is, wel een beetje zwaarmoedig hier en daar, maar dat verandert de literaire waarde nog niet. Ik geloof niet, dat schrijvers er op uit moeten gaan, om hun medemenschen te vertroosten. Zegt een schrijver bij voorbaat dat hij een vertroostenden indruk wil maken, dan geeft hij zijn artistieke onafhankelijkheid prijs.
"Goeien middag," zei Scrooge. "Ik verlang niets van u; ik vraag u immers om niets; waarom kunnen wij geen goede vrienden zijn?" "Goeien middag!" zei Scrooge. "Het spijt me werkelijk dat ik u zoo vastbesloten vind. Nooit hebben wij een twist gehad waartoe ik aanleiding gegeven heb.
»Een aardige jongen, vind je niet?« vroeg mijnheer Brownlow. »Ik weet niet,« antwoordde de heer Grimwig norsch. »Weet je 't niet?« »Nee. Ik weet 't niet. Ik zie nooit eenig verschil tusschen de ééne jongen en de andere. Ik ken maar twee soorten van jongens. Jongens met meelgezichten en jongens met biefstukgezichten.« »En wat is Oliver?« »Een meelgezicht.
De menschen van het huis zijn heel vriendelijk voor mij; maar de baronesse zegt wel dat ze heel goed vlaamsch klappen, omdat zij Olanders zijn, maar dat vind ik toch niet en ik kan ze almets maar heel moeielijk verstaan.
Deze antwoordde, dat hij niet wist, wat hij daarmeê bedoelde, maar dat hij nog wel een liedje wou zingen. Hierop begon hij met heldere stem: "Schön ist mein Mädchen, Schlank wie ein Dräthchen, Fein wie ein Fädchen Wonnig und warm." "Ik wou, dat ik het hem niet gevraagd had," zei Holstaff, door dit begin teleurgesteld. "Ik vind het heel aardig," zei Pols.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek