Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Kinderen, zeide Cascabel telkens, wij moeten oppassen dat wij niet verroesten! Zoo dikwijls er halt gemaakt werd om de paarden te laten rusten, was het dus met de rust der reizigers gedaan.

Gij graaft om elke stad een grondelooze diept, Gij bouwt zijn muren op, en gaat den hemel tergen Met torens, die hun kruin tot in 't gesternte bergen, En hoe gij bouwt en slaaft, met truffel, spa, of ploeg, En arbeidt in het zweet uws aanschijns, spade en vroeg, Des morgens, eer de zon met zijne stralen luistert , En 't manenzilver met zijn gulden trots verduistert, Tot dat de zwarte nacht beschaduwt berg en dal, En dat 's doods zuster wiegt in slaap den grooten Al: Noch razet den tiran, Egypten leît ten woesten, En zal door ledigheid van dezen zwerm verroesten.

Wat zult gij daarmee aanvangen?" "Dat wil ik niet hebben, en een ander heeft er ook geen begeerte naar. Het is te gevaarlijk; want wie het aanraakt, schiet er zijn beste vrienden mee dood. Wij zullen het in den grond begraven, dan kan het daar verroesten en verrotten."

Vergeefs zij al uw woeden, geen lauwer kroone uw zweet! Uw rijkdom moog' verroesten, verderven al uw pracht, Uw trotsche naam verzinken in eeuwgen middernacht!" De grijsaard heeft gesproken, de Hemel heeft gehoord: Vergruizeld zijn de muren, verzonken is de poort. Gelijk een schrikgetuige staat daar éen zuil alléen, En deze, reeds gebarsten, stort mooglijk straks in een.

Ratten en houtwormen en motten en hoe al die roofdieren verder mogen heeten, werpen zich op hen en zij verroesten en vermolmen in droomlooze, liefelijke rust. Maar nu in den kouden Februarinacht laat de Majoorske de deuren van de wagenschuur openen.

Sinds ik het verliet, heb ik mij nooit meer gelukkig gevoeld." »Dat komt omdat het u aan werkzaamheid heeft ontbroken." »Dat is maar al te waar, ik voel dat ik al doffer en suffer word, sinds ik hier op dit bovenhuis zit te verroesten."

Terwijl de één vuur sloeg, legde de ander de houtskool op den grooten verroesten rooster, waarvan wij reeds gesproken hebben, en blies het vuur aan, tot de kolen gloeiden.

Zij hebben zelfs geen verroesten nagel meer om te krabben daar waar het jeukt. En nu eischen zij het goed van kerken en kloosters! "En daar, in hun gastmaal, bij dien truwant van Kuilenburg, met dien anderen drinkebroer Brederode, hebben zij uit houten napjes gedronken, uit minachting voor den heere van Berlaymont en mevrouwe de landvoogdes. Ja, en zij hebben geroepen: "Leve de geus!"

Hier stalt de kleerenjood, de schoenlapper en de lompenkoopman zijn waren uit, als lokvink voor de kleine dieven; hier in de smerige kelders liggen stapels oud ijzer en beenen, hoopen rottende wollen en linnen lappen te verroesten en te vergaan. Het was hier, dat de Jood heen ging.

Hij stond daar in zijn hemd, dat hem pas tot aan de knieën reikte, en had eene niet al te zindelijke nachtmuts op het hoofd; hij had zich zijn beddelaken om den linkerarm gewikkeld, om zich daarvan als schild te bedienen, en in de rechterhand hield hij zijn verroesten degen, waarmee hij als een dolleman naar rechts en links steken en houwen uitdeelde.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek