United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mevrouw Verlat stond recht en wilde uitzien naar de tafelmeid: maar de oude Ko, in zwarte livrei, kwam in het deurgat staan en meldde met gebroken stem mijnheer Rupert Sörge aan. De naam viel juist na den laatsten klokslag en alle gezichten keerden omme naar het donkere portaal, alsof daar iets ongemeens moest verschijnen. Mijnheer Sörge was een schoon man.

Mijnheer Bley snoerde zich een wit schort om de lenden en sloofde zijne mouwen op. 't Was diepe nacht. Bij 't vuur in de eetzaal zaten Verlat en pastoor Doening. Pastoor Doening las halfluide uit zijn gebedenboek vóor en Verlat was thoopegezakt in zijn zetel. Het groote huis was anders doodstil. Ernest schrok ineens en lengde zijn hals uit.

Verlat ging onderwijl bij Vere, waar hij tot vespertijd verbleef. Nooit was hij zoo lief met haar als hij dien dag was. Hij sprak niet over de laatste scène en Vere had het gevoel dat hij er niet over wilde spreken om niet eene wonde te heropenen, die hij met alle mogelijke blijken van achting en genegenheid wilde balsemen en genezen.

't Zal mij nu heel lastig worden om.... waarlijk.... Niks van! Ge blijft thuis. De oude Ko schoof voorbij, bracht versche thee, schaduwde geluideloos rond de tafel. Ko, zei mijnheer Verlat, ge zult me straks eens komen opzoeken in mijn werkkabinet. We zullen saam het feestje van morgenavond regelen. Waar is mevrouw? Op hare kamer, mijnheer. Dankje. Ernest keek op zijn horloge.

Hij kwam dikwijls in het Volkshuis en sprak nooit met iemand. Juffrouw Mariëtte keek zeer onverschillig uit langs het raam, en zag af en toe een bende manifestanten stil-koutend de straat opgaan. Toen ze thuis kwamen, vonden ze in het salon, een heerlijken tuil orchideeën, met een kaartje van mijnheer Rupert Sörge aan het adres van juffrouw Francine Verlat.

Hij bekeek Reinildeken zooals zij placht te staan, heel nietig en profijtig, tegen den grooten rooden avondhemel. En, blikkend op het roerlooze gelaat van de doode Mevrouw Verlat, herkende hij dat, in Vere, Reinildeken was groot geworden, dat zij, in Vere, had geleefd en geleden, dat hij haar, in Vere, met zwijgende liefde had ontvangen, en dat zij nu een tweede maal, in Vere, gestorven was.

Mevrouw Verlat, in grijs-zijden huistoilet, dat in los-ruischende plooien neerhing, ontving ze met een gullen lach en een vriendelijk woord. Ze kuste mijnheer du Bessy en drukte de hand van mijnheer Pacôme. Juffrouw Francine schikte een mooien bloemtuil op de eettafel. Ze droeg een wit-moesselienen kleed, allerzijds bezet met paars-blauwe linten. In haar gouden haar stak een bleeke roos.

Hij stond recht en hij vertrok .... En tot half tien wachtte ik, en toen liep ik de straat op. Ik vond het huis van de Kortenbergsche laan. Ik schelde. Ik ging eerst heel schuchter binnen en gaf den brief af aan een bode. Ik zei simpellijk: voor mijnheer Verlat, en dat ik op een antwoord wachtte. De bode ontving de boodschap, alsof mijnheer Verlat zijn eigen meester was.

Ouwe jongen, sprak de baronet met ronkende voornaamheid, daar is hier vandaag een familiefeestje, namelijk en ik hoop dat mijnheer Verlat u wat den tafeldienst en zoo al meer betreft, de noodige orders zal gegeven hebben het naamfeest van mevrouw. Zorg er voor dat, ook vanwege het dienstpersoneel, de avond met wat bloemen en een woordje of anderszins, gelijk het u vrijstaat, opgeluisterd wordt.

Het is mijn angst .... Ernest, ik ben zoo angstig ik wil niet alleen zijn. Ze viel in nieuwe pijnen. Ze kreunde nu niet meer, ze gilde zonderling, en mijnheer Bley, die was binnengesloft, deed teeken aan Verlat dat de bevalling in haar werk kwam. De vroedvrouw werd uit de keuken naar boven geroepen. Vere kermde: Ernest! .... Hier blijven .... hier blijven ....