Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Het soepee liep losjes, stil, onlustig af. Milly d'Orval vertelde van haar verblijf in San-Moritz, waar zij een rijk Joodje had ontmoet, dat haar sindsdien niet meer kon verlaten. O! dat Joodje met zijn wrijvende vingeren? deed Verlat. Ja. Hij deed haar prachtige voorstellen en legde een aandoenlijk geduld aan den dag. Zie! zei Milly lichtjes, dezen avond juist moest hij me komen vinden.
Er woog een dompigheid in de lucht, en de stad lag gelijk onder een lage van fluweelen nachtwolken wat lauwer te roezemoezen. De lantaarnlichten schenen oranje uit en de duisternis was zwaar-purper. Een rood of groen tramsignaal blonk somtijds zeer voornaam, gelijk een ingelegde smaragd of een rozet robijnen. Vóór de shop deed Verlat stilstaan en zond de koets naar huis zonder bericht.
In de vestibule stond Ko met een zorgvuldig pakje op zijn handen, precies gelijk verleden jaar, te wachten. Wat is dat? zei Verlat kort, gestoord. De oude Ko wilde uitleggen, dat hem aleens de eer was gegund en dat hij ze, met verlof van mijnheer du Bessy, een tweede maal had durven waarnemen. Maak u weg, gebood Verlat, kom straks of morgen daarmee.... Open de deur!
Lui gloeiden zijne oogen in zijn zon-gebrand aangezicht en rood blonken zijne lippen onder zijn fijn blauw-zwarte snor. Hij trad met Ernest Verlat op, groette rap en licht het geheele gezelschap en kwam buigen vóor de dames. Een ongemak stoorde even de mooi-belichte lucht, totdat iedereen zich aan tafel begaf en daar wat klein rumoer veroorzaakte.
Zij hadden overigens nu een bescheiden toezicht over hem: mijnheer Johan Doxa was al zoo dikwijls in het hooge huis van de Regentielaan als op den tingel-tangel-zolder van de Koolstraat, en zij kregen van dezen goeden gothieker meer te weten dan zij zelf bij Lazare zouden kunnen vernemen. Mevrouw Verlat begon, onder de gedurige vertroosting van Pastoor Doening, moed te scheppen.
Pacôme voelde dat hij best deed met gauw uit te pakken, want het gelaat van Sörge was schrikkelijk geworden. Hij stond daarom recht en, de armen kruisend: Ik kan u thans zeggen wie zekeren brief aan mevrouw Verlat geschreven heeft. Geen andere, mijn goede Rupert, dan iemand, die weet dat gij Pezza in een auto ontvoerd hebt en die bovendien de beste bewijzen bezit om zijne overtuiging te staven.
Mijnheer Verlat zat in zijne studeerkamer bij 't vuur en keek droomend uit, door 't venster, naar de grauwe winterwolken die, schuins belicht, dezen zwaar-blauwen valavond begeleidden. Mijnheer Bley, de dokter, had verklaard dat mevrouw Verlat binst den nacht bevallen zou en dat zij met veel voorzichtigheid moest behandeld worden. Men hoorde ze af en toe klagen. Ze leed veel.
Mevrouw Sörge maakte, in haar nieuw en onherkenbaar voorkomen, een zonderling-verwarden indruk. Pastoor Doening en mevrouw Verlat waren zeer bekommerd. Het docht hun dat Francine zich zoo ver van hen verwijderd had, dat ze haar nu nooit meer nader zouden komen.
Ik zag er eindelijk, met mijn soirée-rok, als een woeste beenhouwer uit, neem me niet kwalijk .... Hoe akelig was dat, zuchtte mevrouw Verlat peinzend, maar ge waart toch zeer sterk, mijnheer .... En, viel als een joepsteentje mijnheer du Bessy haar in de rede, zijt ge op geen oogenblik bang geweest? Ik meen, Sörge, de onwillekeurige bangheid, het instinkt dat angstig wordt ....
Om mij te raken hebt ge niet geaarzeld de rust van een geheel huishouden te breken. Ge hebt op de laagste wijze Verlat verraden en met oolijke schrifttrukjes het verraad van u afgeschud om het op mij te werpen. Ge hebt niet bedacht, domkop, dat deze oolijkheid juist den waren dader aanwees. Mevrouw is doodelijk ziek. Ik zeg: doodelijk ziek, Pacôme.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek