United States or Caribbean Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij wist nog goed hoe diep de brave heer Verlat zijn nichtje beminde. Hoe oud was ze toen? Wacht, dat wist hij te berekenen. Negentien. De du Bessy's waren niet rijk, Verlat integendeel had flinke renten. Hij kwam alle avonden zijn hof maken, en, al was hij niet zoo jong meer, men ontving hem hartelijk. Verlat werd du Bessy's beste vriend en hij zou trouwen met het nichtje. Dat was besloten.

Wel! mijnheer Verlat, riep Milly verrast, wat zijt gij een onverbeterlijke alleenlooper! Ik heb u nog niet gezien, waarlijk! Ik dacht dat ik vergeten had u uit te noodigen en dit ware onvergeeflijk geweest. Gij stelt mij gerust; ik ben zeer verheugd dat gij gekomen zijt. Die onzin verdubbelde zijn afkeer. Het mimespel was op zich zelf al een overdadig bewijs van Milly's zeer gemeenen smaak.

Mariëtte sloot haar arm om haar heen en ze verlieten de schemerige zaal op de tipjes van hun teenen. Ernest Verlat bleef rechtstaan en staarde ze werktuigelijk na. Aan het zachte geprevel van pastoor Doening had hij met spannende angstigheid de schromelijke werkelijkheid getoetst. Bij de gedachte dat Vere in waarheid dood of stervende was, brak hem de moed om verder te denken.

Het was tamelijk laat, eer afscheid werd genomen. De gasten verlieten de zaal in groepjes, en de minst-voorname bleven, uit zedelijke schaamte, de laatste. Mijnheer Alderman wist niet hoe het aan boord te leggen om toch ook heen te gaan, nu hij in de manieren van Verlat niet de minste bespeuren kon, die een nakend vertrek scheen aan te duiden.

Hij keek nu in eens op, blikte vragend: "Uit?" en bracht toen zijne beide handen overeen op zijne knie. Daar schuilt veel, mijnheer, zei hij in uwe weinige woorden. Het blijkt dat ik thans verplicht ben uw geheugen wat op te frisschen. Ik walg dat ik het doen moet. Over die zaak hebben wij 't nog nooit gehad, omdat gij 't niet geraadzaam hebt gevonden voor uw vriend Verlat in de bres te springen.

Mijnheer du Bessy, al spelend met zijn lepeltje op den rand van het theebord, was van meening dat dit, voor zijn part, gebeuren mocht. Ik had gewenscht, wedervoer pastoor Doening, dat gij mijn voorstel gretiger aannemen zoudt, mijn beste du Bessy. Gij weet dat Lazare op zijn kamertje in eigenzinnigheid zijn hart opvreet, en dat mevrouw Verlat zeer lijdend is. Het ware een goede daad.

Men zou, had Milly aangekondigd, het spel van Daphnis en Chloë mimisch opvoeren. Ernest Verlat had, in het gewoel, een beetje van zijn kalmte herwonnen. Hij kon zich zoo weinig als al de andere, aan de Milly verwachten, die hij nu te zien kreeg. Zij had hem nauwelijks en tusschen twee vrij onbeleefde lachbuien een banaal-vriendelijk woord gegund.

In geen andere maatschappij dan in zulke zal het menschelijk geluk benaderd worden, want in geen andere bloeien de kunsten, die sieraden van een voornamelijk, blij-lichtend en fijn-geurig leven. Mijnheer Pacôme gaf mijnheer du Bessy uitbundig gelijk en mevrouw Verlat glimlachte droevig.

Pastoor Doening nam zijn gebedenboek, opende het zwijgend, zocht, verward, naar de groote kleurlettrine, die den aanvang van een mooie hulde aan God met uitzonderlijke pracht placht te melden, en roerde koortsig de bladen. Als de heerlijke kleurlettrine bloot lag, pletsten er twee dikke tranen men weet niet van waar. Een lange poos zat reeds Ernest Verlat bij het bed van zijn vrouw.

De dringende toon ontstelde hem en, ofschoon hij de vermaningen van den dokter vreesde, betrouwde hij, met de hulp van God, op de ingevingen van zijne eigen gevoeligheid, en hij ging om Verlat binnen te laten. Deze kwam seffens. Hij stond in zijn zwarte jas. Zijn voorhoofd was hoog en wit. Hier! fluisterde Vere. Ze kuchte. Ze zei nog: Ernest.... Hare stem was oneindig zacht.