United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


U, die zoo'n mooie, reine ziel hebt. Ik zal u nooit meer aanraken, o, nooit meer. Ik breng dood en verderf over alles, wat goed en onschuldig is. U moogt me niet aanraken. Ik ben bang voor u als 't vuur voor 't water; u mag niet!" En hij hield de handen op den rug. "'t Kan mij niet schelen," antwoordde zij. "Nu kan 't mij niet meer schelen. Ik vraag u om vergeving.

Zij vreesde, dat haar vader en moeder het niet zouden goedkeuren en zij wilde maar liever eerst haar eigen gang gaan, en daarna vergeving vragen. Het was heel gemakkelijk haar geheim te bewaren, want haar verhalen verschenen naamloos; de uitgever had natuurlijk spoedig uitgevonden, wie zij was, maar beloofde te zwijgen; en o wonder, hij hield zijn woord.

Er werd een geheel algemeen gesprek gevoerd en zijn vrouw sprak hem aan met gij en jij, hetgeen nog niet weer was gebeurd. Er bleef wel is waar een verwijdering tusschen man en vrouw, maar van scheiding was geen sprake meer, en Stipan Arkadiewitsch bemerkte, dat er mogelijkheid voor een verklaring en tot vergeving bestond. Vroeg in den middag kwam Kitty.

Eensklaps met forschen greep, rukt Hardenborg hem een epaulet van den schouder; werpt hem die voor den voet, en zegt: "Ha; val nu weer op de knieën lafaard, zooals bij dat prachtig duel. Bid weer om vergeving en behoud van je ellendig leven, ter wille van een arme moeder die niet meer bestaat. Komaan poltron, komaan op de knieën voor deze engelachtige vrouw en voor mijn edelen vriend.

Gij, mijnheer Javert, hebt gezegd dat men mij moest laten gaan, niet waar? Doe onderzoek naar mij, spreek mijn huisheer, ik betaal prompt mijn huur, men zal u zeggen dat ik niet slecht ben. Ach, mijn God, vergeving, ik heb, zonder er op te letten, den sleutel van de kachel gegrepen, en nu rookt het." Mijnheer Madeleine luisterde met de grootste aandacht naar haar.

"Vergeving, madame," zei de man; "ik heb zoo aanstonds iets uit 't voorschootzakje der kleine zien rollen. Dat zal 't misschien zijn." Tezelfder tijd bukte hij en scheen een oogenblik op den vloer te zoeken. "Juist hier heb ik 't," hernam hij, zich oprichtende. En hij reikte het geldstuk aan vrouw Thénardier. "Ja, dat is het," zeide zij.

Bouke nam den knaap op, zonder dat deze eenige beweging maakte. "Hoe is 't, stijfkop?" vervolgde de Baron: "zult gij om vergeving bidden? Niet? Welnu Bouke, breng hem dan maar weg, waar ik gezegd heb." Zonder te kikken liet Joan zich naar boven brengen en in een kamertje sluiten, 't welk zich onder 't torentje bevond, dat uit het dak oprees.

Hij had zware wenkbrauwen, groote zwarte bakkebaarden, vooruitstekende oogen, een breed uitloopend gezicht, en bij dit alles de niet te beschrijven uitdrukking, dat men zich te huis gevoelt. "Vergeving, mijnheer," zei de reiziger. "Zoudt gij mij tegen betaling een bord soep en een hoekje om te slapen in gindsche schuur in den tuin willen vergunnen. Zeg, wilt ge? tegen betaling?"

Cresus hoorde deze uitbarsting van rechtmatigen toorn gelaten aan, en antwoordde: »Cambyzes en gij zijt van één bloed; dit bewijst uwe dwaze opvliegendheid. Het ware u echter beter, zoo gij berouw toondet over uwe euveldaden; zoo ge mij, uw leermeester en vriend, om vergeving wildet bidden, en niet nog de ondankbaarheid voegdet bij uwe trouweloosheid."