Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


Aan de voordeur gekomen zag ik, dat Amelia mij volgde. "Doe geen moeite," zeide ik, "ik zal er wel uitkomen." "Mijnheer Huyck!" zeide zij, met een bevende stem: "Vergeef mij mijn vrijpostigheid; maar ik ben zoo gewoon geraakt, altijd het ergste te vreezen. Is dit briefje wezenlijk niet van den Heer Blaek?"

Vergeef me, ik meen het zoo niet, maar.... maar.... O ja, ik wil gaarne blijven, je bent zoo goed. Mag ik blijven? Dien middag kwamen de oude mevrouw Van Raat en mevrouw Verstraeten om Eline te zien, en haar over te halen naar het Nassauplein terug te keeren. Eline weigerde echter ze te ontvangen. Zelfs Betsy liet zich daarop door Jeanne bewegen tot Eline te komen, om haar vergiffenis te vragen.

De eerste wilde ik u thans vragen, de beide andere daarentegen zou ik u eerst na verloop van een jaar wenschen mede te deelen. Vergeef mij, indien ik te veel van uwe goedheid verg!" Hier zweeg prins Gareth en zag den koning met eenige beschroomdheid aan.

Nauwelijks waren zij heen of de eigenaar van de hoeve trad ontsteld binnen en stamelde: »Edele Heer!... Houd het mij ten goede ... maar ... al die mannen ..." »Gaan heen!" was het besliste antwoord. »En spoedig," vervolgde Lolonois, »gaan wij allemáál u verlaten." »Maar Edele Heer," vroeg de man deemoedig, »vergeef het een armen drommel, maar wie zal mij dan.. betalen?"

En u, lieveling, vraag ik vergeving voor 't leed, dat ik u doe met dezen brief. Zwijgen is ook weer niet goed, niet eerlijk. Vergeef me, heb uwe bruine kinderen lief. 27 October 1902. O! konden wij u maar zeggen, welk eene verteedering er over ons komt telkenmale als wij bewijzen uwer hartelijke liefde voor ons ontvangen. In al onze ellende achten wij ons bevoorrechte wezens.

De mensch moest niet bidden: Vergeef ons onze zonden, maar kastijd ons voor onze ongerechtigheden! De fijn gebeeldhouwde ivoren spiegel, dien Lord Henry hem gegeven had, jaren geleden, stond op de tafel, en de blanke amortjes dartelden er om rond als altijd.

"Bedaar, heer ridder!" zei Waldemar, "en gij, mijn Vorst, vergeef de schroomvalligheid van den dapperen De Bracy; ik ben zeker, dat ik die weldra uit den weg zal ruimen." "Dat gaat uwe welsprekendheid te boven, Fitzurse," hernam de ridder.

Maar dit weet ik goed, oom lief, dat dit alles slechts een inbeeldsel is, en dat gij zeker niet wel doet met aldus uwe gezondheid door ziekelijke hersenschimmen te krenken." "Ik vergeef u, mijn kind," zeide mijnheer Reimond, "het zijn dingen, die uw verstand te boven gaan. Wij zullen er niet meer van spreken.

Hij reikte de hand tot den pastoor en sprak met eene heldere, onverzwakte stem: "Vader, ik dank u uit den grond des harten voor uwe vriendschap en voor uwen goeden, oprechten raad. Kon ik hem niet geheel volgen, vergeef het mij. Vaarwel, en herinner u mijner in uwe gebeden."

Zie, mijnheer pastoor, gij zult het misschien verwaand of overmoedig vinden, maar ik ben zeker, dat het mij niet onmogelijk geweest ware, mijnheer Reimond te genezen, indien hij mij slechts eenige maanden vroeger naar Wildenborg had geroepen." De priester schudde het hoofd met ongeloof. "Vergeef het mij, ik bid u, eerwaarde.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek