Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Ze hoopte maar, dat hij vóór 'n dokter zou zijn; maar hij was wellicht uit, en zou dan pas 's middags komen;.... ze kon 'm niet gaan zoeken, want dan bleef Else alleen;.... 'n angstig gevoel van in haar verlatenheid gebonden zijn bracht tranen in haar oogen, en met moeite bedwong ze 'n uitbarsting van verdriet; 't was toch wezenlijk nog zoo verschrikkelijk niet, en ze moest de zieke zelf toch niet noodeloos ongerust maken; het was pas één dag, nog niet eens, en de verschijnselen waren niet verontrustend;.... ze had wat weinig geslapen vannacht, daarom was ze zoo nerveus; ze kon immers dadelijk naar Den Haag telegrafeeren, als 't noodig was, maar voorloopig was er geen reden voor; Else kon beter zelf vertellen, dat ze niet lekker was geweest, als ze Vrijdag weer naar huis ging....
"Weet u niet dat ze vannacht het klooster geplunderd hebben?" "Ik zal wachten tot hij wakker wordt." De kosters keken hem aan met de grofheid van lieden die gewend zijn slecht behandeld te worden. In een hoek, die donker bleef, sliep de eenoogige op een langen stoel.
Ze kunnen zich nauwelijks bedwingen om donna Elisa niet voorbij te snellen om te zien of er ook iemand in de kerk is. Denk eens, indien het een zigeunerin was, die daar vannacht beschutting zocht. Wie anders kan 's nachts in de kerk zijn dan een arme verlaten stakker? 't Is een vreeselijke gelofte, die donna Elisa gedaan heeft.
Dan vergeet hij alles en vliegt naar buiten in den nacht. Zijnentwege mogen zij daarbinnen blijven staan met opgeheven glazen en wachten tot den jongsten dag, hij geeft er niet om. Zijn bruid mag wachten, Julius' toast op zijn lippen besterven. Vannacht worden er geen ringen gewisseld; geen stomme verbazing zal het schitterend gezelschap vervullen.
"Gistermorgen van Nijmegen." "Waar hebt gij dan vannacht geslapen?" "Bij Gheryt Maessen zekerlijk," antwoordde Magdalena; "althans daar hing diezelfde degenhanger in den schoorsteen welke UEd. thans aanheeft." Ulrica bloosde opnieuw zeer sterk, en Joan keek weder voor zich. "Heden, Joan!" zeide Ulrica: "waarom zijt gij gisteravond niet hier gekomen?"
"Drommels!" dacht Rodolphe, terwijl hij op de pendule keek, "het is nog niet laat ... en mijn buurvrouw is een Julia, die haar Romeo gewoonlijk nog lang na het zingen van de leeuwerik bij zich houdt. Ik zal vannacht niet kunnen werken." En hij zette zijn hoed op en ging uit. Toen hij zijn sleutel in de portiersloge wilde leggen, vond hij de vrouw van den concierge in de armen van een galant.
"En," vroeg Marcel aan het jonge meisje, toen zij alleen waren, "wat is er vannacht gebeurd?" "Ach God, niets dan treurige dingen," zeide Mimi; "Rodolphe houdt nog altijd van me." "Dat weet ik!" "Ja, jij hebt hem van mij willen aftrekken," zeide zij; "maar dat neem ik je niet kwalijk, Marcel, je hadt gelijk; ik heb dien armen jongen leelijk behandeld!"
Hij rook aan zijn handen, die als bloed waren. "Vannacht nog," fluisterde een booze stem, "als hij nederligt, 't hoofd op den heuvel, sla ik hem een ijzeren pin door de hersenen, en nooit meer zal hij opstaan: Ik zal hem den sleutel ontrooven, zoodra hij dood ternederligt." Brammert droomde met open oogen. Hij vermoedde nu niet, dat Ellert hem wilde vermoorden.
"Ja; een bericht, dat ik daar pas heb gekregen, maakt het noodig, dat ik vannacht nog naar Antwerpen ga." "Naar Antwerpen! In Alva's klauwen, regelrecht in het verderf?" "Ja." "Hoe?" "In die Spaansche barge, die naast ons ligt." "Gij neemt toch eenigen van uw manschappen mee?" "Neen." "Dan is uw leven geen duit waard." "Dat zal wel losloopen.
Ik moet dan gisteren al wel zwaar ziek zijn geworden en heb mij dit alles maar ingebeeld en ik kan van niets anders ziek zijn geworden, dan van het eeuwige denken aan Anselmus en de wonderlijke oude vrouw, die zich voor Lize uitgaf en mij daarmede slechts wilde beetnemen.” Fransje, die weggegaan was, kwam weer binnen met Veronica’s doornatten mantel in de hand. „Zie eens zuster,” zeide zij, „wat er met uw mantel gebeurd is; de storm heeft vannacht het venster opengerukt en den stoel, waarop de mantel lag, omgeworpen; daar heeft het toen zeker ingeregend, want de mantel is heelemaal nat.” Dit drukte Veronica zeer terneer, want zij zag nu wel in, dat haar geen droom gekweld had, doch dat zij werkelijk bij de oude geweest was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek