United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dokter Eckstein ging dadelijk naar het bed toe, hield, langen tijd in diep nadenken verzonken, Veronica’s pols vast en zeide toen: „Zoo! Zoo!” Daarna schreef hij een recept, nam nog eens haar pols, zeide nog eens: „Zoo! Zoo!” en verliet de patiënte. Uit deze ontboezemingen van dokter Eckstein kon conrector Paulmann waarlijk niet nauwkeurig opmaken, wat Veronica dan toch wel scheelde.

Toen kreeg echter opeens de demon der onhandigheid weer vat op hem, hij stootte tegen de tafel en Veronica’s sierlijke naaidoosje viel er af. Anselmus raapte het op, het deksel was opengesprongen en een kleine, ronde metalen spiegel blonk hem tegen, waarin hij bijzonderlijk bekoord, kijken bleef.

Gisteravond was ik bij haar en ontving de bewuste tijding van mijn Victor, aan welker waarheid ik geen oogenblik twijfel.” Angelica’s verhaal bracht een vonk in Veronica’s innerlijk, waaraan zich snel de gedachte ontstak, de oude over Anselmus en over haar verwachtingen te ondervragen.

Hartelijk lachen moest hij over de dwaze inbeelding, verliefd te zijn op een kleine slang en een goedgebouwden geheim-archivaris voor een Salamander te houden. „Ja, zeker! Veronica is het!” zeide hij luide, maar toen hij het hoofd omwendde, keek hij recht in Veronica’s blauwe oogen, waarin liefde en verlangen blonk.

Toen stortte een ijzigen stroom zich door Veronica’s wezen en rauwe schrik brak het welbehagen, waarin zij zichzelf nog eerst met het kanten mutsje en de elegante oorbellen gezien had. Bijna sprongen tranen haar uit de oogen en hardop zeide zij: „Ach, zoo is het, hij bemint mij niet en nooit word ik de vrouw van een hofraad.”

Ik moet dan gisteren al wel zwaar ziek zijn geworden en heb mij dit alles maar ingebeeld en ik kan van niets anders ziek zijn geworden, dan van het eeuwige denken aan Anselmus en de wonderlijke oude vrouw, die zich voor Lize uitgaf en mij daarmede slechts wilde beetnemen.” Fransje, die weggegaan was, kwam weer binnen met Veronica’s doornatten mantel in de hand. „Zie eens zuster,” zeide zij, „wat er met uw mantel gebeurd is; de storm heeft vannacht het venster opengerukt en den stoel, waarop de mantel lag, omgeworpen; daar heeft het toen zeker ingeregend, want de mantel is heelemaal nat.” Dit drukte Veronica zeer terneer, want zij zag nu wel in, dat haar geen droom gekweld had, doch dat zij werkelijk bij de oude geweest was.

Veronica’s adem stokte en de kreet, waardoor zij haar beklemde borst verruimen wilde, verwerd tot een diepen zucht toen de beenderenhand der heks haar aangreep en het vertrek binnentrok. Daar leefde en bewoog alles, er heerschte een verbijsterend krijschen, miauwen, krassen en piepen.