Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Neem me niet kwalijk, edele heer; zouden we niet eens probeeren, of we ergens een plekje kunnen vinden, waar we vannacht kunnen logeeren. Het begint al mooi donker te worden." Ja, dat vond de Kalif toch ook wel zoo verstandig. "Kijk eens, daar beneden zie ik, dunkt mij, de overblijfselen van een oud kasteel," zei de Kalif. "Laten we eens zien, of we daar niet in kunnen komen."
De vroege avond zonk reeds triestig in den somberen kelder en de beide vrouwen, angstig naast Rikiki op een der gëimproviseerde ledikanten gezeten, slaakten een kreet van verlichting toen zij hem ongedeerd weer zagen binnen komen. We zullen vannacht maar vertrekken, zei hij eensklaps, met sombere stem. Zij juichten op, als van verlossing. O, ja! O, ja! riepen zij smachtend.
"Ik denk dat ik vannacht maar bij u blijf, kapitein," zei hij; toen wendde hij zich naar den matroos en zei hem de boot op de wal te halen en te zien dat hij en zijn kameraden ergens veilig onder dak kwamen. "Negenentwintig precies," berichtte kapitein Lynch, die met een stoel in zijn hand naar buiten kwam, terug van een hernieuwd bezoek aan den barometer.
Sedert ik het bovenstaande schreef, zijn twee dagen verloopen en in dien tusschen tijd hebben wij een klein staaltje gezien van wat een goede typhoon te beteekenen heeft. Het regent nog steeds en soms komt de regen met zoo'n kracht neder, dat het schijnt, alsof hij alles onder zijn val verpletteren zal. En vannacht was het zoo hevig, dat wij alles in onze kamers moesten afsluiten.
"Dat is zij," fluisterden ze, "die zoo vele jaren telt als er zandkorrels gevonden worden op de kusten van haar vaderland. Waarom is zij juist vannacht uit haar hol gekomen? Wat voorspelt zij den keizer en het rijk, zij, die haar profetieën op de blaren der boomen schrijft en weet, dat de wind het orakelwoord tot dengene voert, die het noodig heeft?"
Op de onstuimige vragen, die hem van alle kanten gedaan werden, gaf hij geen antwoord, doch wendde zich tot de Kommandant, die hem genaderd was, en zei met doffe stem: »Oom Pieter, bereid jou voor om slechte tijding te vernemen. Vannacht zijn er van over de berg rapportgangers bij ons gekomen. Hun paarden waren gedaan, en zij zelf geheel afgemat, daarom komen we zo laat in.
"Jongen, wat verveel je me vannacht," was zijn antwoord. "Wat is er nu weer?" "Vader, komt de zon vast elken morgen weer op?" vroeg Jantje met iets twijfelmoedigs in zijne stem. "Wel ja, Jan, vast en zeker, hoor! Als je maar geduld hebt." "Maar Vader, is-ie nog nooit eens weggebleven?" "Neen, nog nooit," zei Dik met een zucht. "Kijk maar door het raam. 't Wordt nu ook al wat lichter.
Zij lieten hem te voet en in zijn hemd staan en zeiden, toen ze heengingen: Ga en zie, dat San Giuliano je vannacht een goede herberg geeft gelijk onze heilige aan ons zal geven. Zij gingen van die plaats weg den stroom over.
"Ja zeker, maar zij hebben hun werk gedaan. Met mij hebben zij vannacht niets meer te maken." Nog eens strekte hij de armen naar haar uit. Maar Don Juan werd ongeduldig en draafde weg. Hij greep de teugels niet. Hij lag voorover op de bank en zag achteruit. Toen steunde hij met het hoofd op den rand van de slee en schreide als een wanhopige. "Ik had het geluk in handen en stootte het terug.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek