Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
"Ha, ik wist wel dat gij eindelijk den afgrond zoudt erkennen waarin gij, door onwetendheid der zaken, u en uw onnoozel kind ging storten!" riep Tancmar zegevierend uit. "Laat ons nu vooronderstellen dat jonkver Placida met Robrecht Sneloghe getrouwd zij, op het oogenblik dat de Kerels tot den staat van onvrije lieden worden verlaagd.
"Welnu, Rambold mag het nemen zooals hij wil: ik ben bereid." Er heerschte eene wijl stilte. Wat Burchard had gezegd, vervulde zichtbaar zijne beide ooms met vrees. "Eilaas! En wat heeft Rambold Tancmar geantwoord?" vroeg Bertulf. "Niets; ik heb van hem niets meer gehoord. Gij ziet wel, heer proost, dat er met lankmoedigheid niets is te winnen.
Hij is slechts driemaal hier geweest en heeft telkens ons gegroet. Zou Ghijselbrecht Tancmar zulks doen?" "Dit is evenwel niet wat ik wil zeggen, Brigitta." "Wat dan, Martha?" "Het bloed spreekt in u." "Ik begrijp u niet." "Ik zal u dan iets zeggen, Brigitta, dat gij niet weet. Robrecht Sneloghe is een Kerel geweest." "Onmogelijk.
Toen allen gezeten waren, vroeg de vorst: "Welnu, heeren, wat zegt gij van zulke schennis onzer overheid?" "Verfoeilijk, snood, ongehoord; hij verdient den dood!" morden meest al de raadsheeren. "Ja, eenen onmiddellijken dood!" zeide Tancmar Van Straten. "Maar dit is niet genoeg.
Zijn zoon Ghijselbrecht heeft lang naar de hand van jonkver Placida gestaan. Gelukkig dat op dit oogenblik de beloftegift reeds moet aanvaard zijn en het dus geheel onwaarschijnlijk is dat Rijkaard Van Woumen nog op eene wederzijds bevestigde verbintenis kan terugkomen.... Maar Tancmar is zoo vol list en zoo bedrijvig!"
Daarenboven hield hij er aan door het Vlaamsche volk als rechtvaardig te worden geacht. Ook kwam hij allengs tot het besluit Rambold Tancmar en Burchard Knap voor het hooger ridderhof te dagen, en dus over dit schuldig verbreken van den landsvrede in het openbaar een plechtig en onpartijdig vonnis te doen vellen.
Terwijl men daarmede bezig was, zat hij beweegloos, met strakke oogen, welker scherpe blik de verbolgenheid zijns harten verried. Even ontroerd en verontwaardigd waren de ridders. Zij durfden den graaf in zijne stilzwijgendheid niet storen. De eenige, die niet bedroefd scheen, was de raadsheer Tancmar Van Straten.
"Het schijnt, mher Tancmar", zeide hij, "dat gij de Kerels bij mij hebt gelasterd, of ten minste hunne ondeugden zeer hebt overdreven. Uw heer graaf meent dat een bijzonder gevoel van haat u verblindt." "Geliefde mijn heer graaf het mij toe te laten", antwoordde de hofraadsheer op eerbiedvollen toon, "dan zou ik durven beweren dat zijne al te groote goedhartigheid hem verblindt.
"Hij heeft er gewapende lieden op gezet en mijnen neef eene oorlogsverklaring toegezonden", onderbrak de raadsheer Tancmar. "Maar had mher Rambold niet reeds gewapenderhand de gezellen van mijnen neef mishandeld en verjaagd?" wedervoer Bertulf. "Dan, tot dit oogenblik was er nog niets geschied, dat de gewelddaden, die wij allen in het diepste van ons hart betreuren, kon veroorzaken.
Hij zal insgelijks te Yperen eene plechtige intrede doen en keert dan onmiddellijk weder naar het leger.... Maar zeg mij, mher Van Woumen, ik heb in Brugge iets vernomen, zoo verrassend en zoo ongeloofelijk, dat ik nog zou twijfelen, al verzekerdet gij zelf het mij...." Het gelaat van Rijkaard werd streng en mistrouwend. Hij voorzag waarover Tancmar hem ging onderhouden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek