Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
Hij noemde daarbij vele malen eenen mher Tancmar en andere ridders, die hem te Rijssel dringend aangeraden hebben de huwelijksbelofte zijner dochter te breken. Men besloot het te beproeven, maar dewijl mher Van Woumen de wraak uwer bloedverwanten niet op zich wilde laden, zou men jonkver Placida pogen over te halen om uit eigene beweging het huwelijk af te wijzen.
Het is Rambold, de neef van den hofraadsheer Tancmar, die niet alleen het kind mijner zuster heeft vermoord, maar daarbij nog een tiental vrije Kerels. Hij woont nu op den burcht te Straten, en verwacht zich waarschijnlijk niet aan onze komst. Hoe het zij, moet er bloed vlieten, wij zullen het geven en hier niet terugkeeren zoolang er een steen van het vermaledijde Isegrimsnest rechtstaat."
Bij de poort onder de Loove, drukten de proost en de kastelein hunnen vriend mistroostig de handen; zij klaagden over de booze listigheid hunner vijanden, die dezen twist hadden doen ontstaan om het gemoed des graven opnieuw tegen de Kerels te ontsteken en gelegenheid te vinden om zelfs de vrije geboorte der Erembalds te loochenen. Had Ghyselbrecht Tancmar het gevoelen des vorsten uitgedrukt?
"Het hof late mij toe eenige woorden tot terechtwijzing te spreken", zeide de hofraadsheer Tancmar. "Zeker, hadde mijn neef Rambold de voeten van mher Burchards lieden afgesneden zonder daartoe uitgedaagd te zijn geworden, het ware eene onmenschelijke wreedheid en eene helsche spot geweest, zooals de heer proost zegt.
Het is een geschenk van Mher Rambold Tancmar, heeft hij gezegd, vruchten van een nieuwen grond, waarvan het gezicht u zal verblijden." "Van Rambold Tancmar!" riepen allen verbaasd. "Wat mag het zijn?" "Wij gaan het weten", morde Burchard, naar de deur stappende.
"Aangaande mher Robrecht Sneloghe?" murmelde hij. "Inderdaad; men zeide mij dat er spraak is van een huwelijk tusschen uwe dochter en mher Sneloghe." "Men heeft u niet bedrogen", wedervoer Bijkaard met fierheid, als wapende hij zich op voorhand tegen eene waarschijnlijke aanvechting. "Dit huwelijk is besloten." "Besloten?" riep Tancmar.
Hij drong door den vlottenden hoop, raapte den handschoen van den grond en sprak: "Ik, Jakob Van Waesten, bijgenaamd de Leeuw, van edele geboorte en ridder, ik aanvaard den handschoen en den kamp totterdood! Ik verdedig de eer van hen die men hier Isegrims durft noemen." Tancmar en zijne vrienden poogden Jacob de Leeuw het aanvaarden van den kamp af te raden.
Terwijl Rambold zijne eigene gewelddadigheden verzweeg of verbloemde, lieten Tancmar en zijne vrienden niet na de Erembalds en de Kerels in het algemeen van medeplichtigheid aan deze euveldaad te beschuldigen. Zij poogden de verontwaardiging des vorsten tot het uiterste aan te vuren en hem over te halen om onmiddellijk met een sterk gedeelte des legers verdelgend in de vrije Ambachten te vallen.
Het verhaalde, tot in de minste bijzonderheden al de feiten die zoowel door Rambold Tancmar als door Burchard Knap waren gepleegd geworden, zonder dat men uit deze bloote beschrijving der voorvallen kon opmaken wat het besluit van het vonnis kon zijn.
Nauwelijks was het bepaalde uur verschenen of de trompers gingen rond en daagden bij name Rambold Tancmar en Burchard Knap voor het hooger ridderhof. De geroepenen, door hunne bijzonderste bloedverwanten gevolgd, traden in de groote zaal van den burg. Hun werden, elk langs eene zijde, banken aangewezen, ten dien einde te midden der zaal gesteld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek