Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


"Jakob ... van Waesten, meen ik." "Jakob? De Leeuw van Waesten! O, hemel!" "De Leeuw, de reusachtige ridder, voor wiens blik elkeen beeft? Hij, uw tegenkamper?" kreet Dakerlia op den toon der diepste wanhoop, "o, mijn arme vader! Wee mij, wee mij!"

De Isegrims steunden zijnen raad en keurden zijne redenen goed. Zij achtten zich verzekerd dat de reusachtige Jakob Van Waesten zijnen min sterken tegenkamper wel ras zou dooden. Graaf Karel had tot dan in stilte op deze woordenwisseling geluisterd.

Nu stond hij op en sprak met luider stem: "Wij keuren goed en veroorloven dat onze leenhouder, mher Jakob Van Waesten in het strijdperk trede tegen mher Segher Wulf Van Lampernisse, en stellen den kamp vast op heden, te twee uren namiddag, in den Krijt binnen onzen burg van Brugge.

Hun doel was geweest den strijd door allen edelgeboren man te doen weigeren en dus voor het land te doen verkondigen dat men de Erembalds als onvrije lieden aanzag. Jacob Van Waesten wilde evenwel hunne spitsvondige redenen niet aanhooren, en behield den handschoen.

Hij drong door den vlottenden hoop, raapte den handschoen van den grond en sprak: "Ik, Jakob Van Waesten, bijgenaamd de Leeuw, van edele geboorte en ridder, ik aanvaard den handschoen en den kamp totterdood! Ik verdedig de eer van hen die men hier Isegrims durft noemen." Tancmar en zijne vrienden poogden Jacob de Leeuw het aanvaarden van den kamp af te raden.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek