Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
"En gij kunt zulken toestand van zaken dulden, heer graaf?" riep Willem van Normandië, met eene verontwaardiging welke hij niet geheel kon bedwingen. "Mher Tancmar heeft gelijk, het is eene miskenning uwer overheid en eene bloedige vernedering voor alle ridders die gedwongen zijn zulke grove boeren als hunne gelijken te erkennen.
Zoo ten minste zal het volk mij niet kunnen beschuldigen van willekeur of dwingelandij. Ziet gij eenige redenen, heeren, om niet onmiddellijk het hooge hof der ridders te doen vergaderen?" "Geene de minste", zeide Tancmar Van Straten.
Terwijl ik naar Rodenburg was gegaan, om mijnen vader te bezoeken, is Rambold Tancmar met vele werklieden te Bethferkerke verschenen en heeft begonnen den grond die mij ten onrechte wordt betwist, met paalwerk te omsluiten.
Maar wat kan ons nu het straffen van eenen enkelen man baten? Men neme in acht dat de beschuldigde Kerel, volgens de wetten der Ambachten, in zijn recht was en niets gedaan heeft dan zijnen plicht." "Daarover zal het hoogerhof der ridderen uitspraak doen", wedervoer Tancmar met eenige bitterheid. "Het hoogerhof der ridderen?" hernam Gervaas Van Praet.
"Het is waar, daaraan hadden wij niet gedacht", mompelde Tancmar. "Beter ware het dat de heer graaf, door een besluit van zijnen vorstelijken wil, den schuldigen Kerel tot de galg verwees." "Even onvoorzichtig ware dit", wedersprak hem Gervaas Van Praet. "Wilt gij heden nog de Kerels, die in Brugge zich bevinden, tot gewelddaden aandrijven?
"De zonen van Tancmar zijn onze grootste vijanden. Wij gaan ze verrassen. Zij moeten sterven!" Zij liepen in allerhaast over het middelplein en door de Hofpoort. Nu begon het klaar dag te worden. Ongetwijfeld had de schromelijke mare zich gedeeltelijk door de stad verspreid; want er was reeds volk op de straten, meest gemeene lieden en schalken.
Hij nam plaats aan het hooger einde der tafel en toonde Willem van Normandië eenen zetel nevens zich. Hier waren nog tegenwoordig Tancmar Van Straten, Walter Van Lokeren, Gervaas Van Praet, benevens de oude Frumold en zijn neef, rekenmeesters en schrijvers des graven, en twee of drie andere ridders.
"Wat zal het nu weder zijn?" mompelde de proost met kommer. "Gij weet het niet", ging Burchard voort. "Sedert het laatste bezoek van den graaf te Brugge, is Rambold Tancmar met zijnen vader den burcht te Straten komen bewonen. Daar stak iets achter dat zich welhaast zou openbaren. Men moest mij honen en mij tergen.
"Niemand! niemand!" kreten de gezellen. "Rambold Tancmar bovenal mag ons niet ontsnappen", bevestigde Burchard. "Indien hij eenen zoon had! Maar hij heeft geene kinderen. Vooruit nu, gezellen! vooruit naar den burcht te Straten. Het is bijna twee uren van hier. Wij zullen niet te haastig gaan, om onze krachten tot den storm te sparen."
Zij arbeiden in vertrouwen, zij bevaren de zee, zij beploegen den grond, zij weven, zij drijven handel, zij openen zoo voor Vlaanderen de bronnen van welvaart en rijkdom, terwijl heerschzuchtige lieden hunnen ondergang smeden!... Tancmar is de geboren vijand der Erembalds en, om dezer macht te breken wenscht hij de Kerels onderjukt te zien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek