Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Tamalone wist wie het was, hij herinnerde zich zonderling Mevena, die eenzaam heen was gegaan in den avond. Hij trad langzaam nader en de ander richtte zijn hoofd op. "Wie is daar?" vroeg Rogier. "Ik ben het." En de monnik naderde nog meer. Maar de ander stond op, met de hand in zijn gordel. Toen, met een diep geluid, sprong Tamalone op hem toe, zij worstelden en vielen op den grond.

De gebroeders spraken onophoudelijk tot Mevena dien dag en volgden haar waar zij ging; zij gaven haar allerlei ernstigen raad toen zij alleen met haar waren aan het eten en vroegen haar herhaaldelijk toch bij hen terug te komen. Tamalone kwam laat thuis; hij droeg korte kleederen als een krijgsman, gespoorde laarzen, een nieuw zwaard aan zijn zij en een muts met een pluim.

Ook in het huis van Lugina werd hij als een bijzonder vriend ontvangen, want ondanks de booze geruchten was hij vooral door edelen geëerd, en menig hunner vond in de bekoorlijkheid zijner manieren een welkome reden voor de vriendschap ontstaan door diensten, die hij in 't geheim had bewezen. In de steden ontbrak het Tamalone zelden aan goede maaltijden.

Doch, vermoeid en geheel alleen met de boeken, zat Tamalone menigkeer lange poozen te staren naar zijn hoog tralievenster en dacht aan de verlatenheid waarin hij door een toeval was verdwaald, hij die weleer in kleurige verzinsels leefde van veel avontuur; en dacht aan zijn traagheid ook waardoor alleen hij nimmer getracht had te weten wat zijn toekomst zou wezen en waarheen toch zijn verlangen stond.

Zij zaten elkander zwijgend en vriendelijk aan te kijken, de torenklok sloeg met ernstigen klank. Eindelijk stond Simon op, zeide dat Tamalone toch een zonderling man was en blies de pit uit.

Zij waren aan een gewelfd bruggetje over een vliet gekomen en zetten zich naast elkander neder op de houten leuning. Terwijl zij nadachten en geen van beiden spraken naderden twee mannen, hun voetstappen klonken op de planken der brug, en toen zij dicht bij waren herkende Tamalone duidelijk de stem van Lugina. Hij was op het punt er Walid opmerkzaam op te maken, maar hield zich in.

Een bandelooze woeling van jonge mannen en vrouwen, door Tamalone geleid, trok zingend en met doeken wuivend rondom de lichtende figuur van Carolus saâm, de monnik reide die het dichtst bij waren in den franschen danskring rond; buigend en de beenen hoog heffend warrelden zij om den brigadier heen, wijl half spottend half gemoedelijk hem de grilligste namen werden toegeroepen, die het plein, blakerend tusschen de witte huizen, daveren deden van gelach.

Zonnige wolken gingen hoog boven de daken, de wind deed de kleederen der menschen wapperen. Mevena had nog nooit zoo'n drukke straat gezien en zoovele dingen welke zij niet kende, zij was blijde daar te loopen en hield herhaaldelijk Tamalone staande, die haar van alles vertellen moest.

Met vochtige oogen zoende Josse het kind, zijn broeder klopte gemoedelijk de omstanders op hun schouders en Baldo stond met den zak op den rug te kijken. Het was een lieflijke voorjaarsmorgen. Tamalone en Mevena reden weg, tot het einde der kade zagen zij voortdurend om en wuifden hun groeten terug.

Zij waren allen arm en zorgeloos; om voor zijn vrienden en zich zelf een maal te betalen nam Tamalone soms heimelijk uit het koffertje waar zijn vader al jaren lang de zilverstukken spaarde. Eens was hij thuis gekomen om voor de barre koude te schuilen. Zijn moeder zat bij het lampje en Anfroy in de schouw met starre oogen waar de hooge vlammen hun licht in spiegelden.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek