Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


Hij had reeds een blauwen mantel voor haar gekocht, met een kap, zooals de koopvrouwen droegen; toen hij dien ophield schaterde zij plotseling luid uit zoodat de hond kwispelend opsprong en Tamalone meê lachen moest.

Doch de brigadier vertrouwde, dat de meester wel zijn jonge kracht zou herwinnen wanneer Tamalone de arts terugkeerde en dat de aanwezigheid eener vrouw hem vroolijk zou maken. Hij had een onverschillige minachting voor vrouwen, maar nu het zijn geliefden vriend gold voelde hij zich reeds welwillend jegens Mevena door het vooruitzicht, dat zij hem zou behagen. En Carolus had het gezag.

Eén van hen, Simon was zijn naam, vertelde Tamalone eindelijk wat er op handen was: zij werden van ketterijen verdacht, er was een geschrift gevonden met leerstellingen van de catharisten en zij hadden besloten liever te vluchten dan het oordeel van den aartsbisschop te wachten en de penitentiën, die volgen zouden om het huis te zuiveren bijna in alle kloosters waren oproerige denkbeelden ontdekt, men strafte gestreng.

Rogier had op hem vertrouwd als zijn besten vriend en smeekte hem zijn schat te bewaren. Een wijle later glimlachte Tamalone weder en staarde hem na, die in verliefden afscheidsweemoed het meisje naar de tent geleidde. Toen zij daar binnen verdwenen waren kruiste hij de armen en liep bedaard naar waar de soldaten zingend en jolend hun toebereidselen maakten.

Dan nam hij Mevena in zijn armen, troostte en kuste haar, en beloofde reeds over twee maanden terug te zijn op 't kasteel. Zij liet zich zwijgend kussen met gebogen hoofd en de groote oogleden gesloten. En terwijl hij haar liefkoosde vroeg hij Tamalone, die toezag, of hij haar wilde beschermen en naar Siremonte voeren. "Ik?..." riep de monnik luid, met een plotseling gebaar en wijde oogen.

Het waren zonderling prikkelende gedachten, die Walids woorden in hem hadden gewekt. Tamalone voorzag reeds de smarten, die Mevena zou lijden wanneer zij wist, dat zij voor goed was verlaten, hij zag haar betraand gelaat zijn aderen zwollen en zijn hart klopte zwaar door 't valsche onrecht haar aangedaan.

Toen de oude man de deur opende was hij even verrast; dan begroette hij Tamalone vriendelijk, leidde hem naar zijn werkplaats, gaf hem eten en drinken en hernam bedaard zijn bezigheid met het schoonmaken van gereedschappen.

Beneden hen klokte het stroomende water. De oosterling begon weêr te spreken. Hij zeide, dat hij Tamalone wel begrepen had en hem bewonderde. En omdat hij hem niet gaarne leed zou doen ried hij hem met alle middelen te voorkomen, dat Mevena weder in het bijzijn van zijn meester kwam. "Ik hoop dat gij gelukkig moogt zijn," zeide hij: "de vrouw is niet slecht misschien."

De broeder keerde behoedzaam zijn gelaat naar haar toe en voelde zich lichtkens bewogen door de schoonheid van haar figuur in devotie; haar hoofd lag in de handen. Tamalone aarzelde even. "Heer Rogier laat u groeten," fluisterde hij en keek haar een poosje zwijgend aan, van den steen waar het kleed in plooien uitlag tot het donker haar onder het kapje. De sluier over haar borst bewoog op en neêr.

Tamalone luisterde en zag naar de kleine gestalte naar ééne zijde gebogen door de zwaarte van het kind, achter haar verbleekte de avondzon in kwijnende warmte. Zij stonden zwijgend op den weg, in den schemer der hooge boomen. De monnik dorst niet te spreken. In de blaêren ritselde het, de stilte was wonderbaarlijk.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek