United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij wist niet wat er gebeurde, maar een poosje later voelde hij, dat hij een slappen arm vastklemde, zijn andere hand was nat. Het water ruischte koel in de kloof beneden, het stroomde voortdurend, in de verte klonk hetzelfde gezang van daareven. En daarginds zag hij nog Mevena in donker loopen. Tamalone stond op en ging voorzichtig terug vanwaar hij gekomen was.

Op zijn bed in de deken gewikkeld, voelde Tamalone zijn voeten nog prikkelen van het loopen en voor hij zijn gedachten in behaaglijken slaap verloor, rees er onverwacht ééne nog in verschietende klaarheid: hij had haar lief zoo zéér, dat haar wederliefde hem niet gelukkig zou maken. Laat in den dag stond hij op. Mevena zat geduldig te wachten om met hem uit te gaan naar hun gewoonte.

Uit de tenten verschenen soldaten, meest oosterlingen, die hen omringden met dreigende taal en gezichten; zij grepen de teugels, spraken en vloekten met veel gebaren en riepen om Walid. Maar Carolus naderde, die hen beval heen te gaan, Tamalone hartelijk de hand drukte en hem haastig meêvoerde naar de tent. Mevena, op wie hij geen acht had geslagen, volgde, door de verwonderde soldaten nagestaard.

Ten langen leste, hijgend en rillend, vond hij den harden bodem des wegs, zijn armen zwikten en hij zeeg neder op zijn borst. Het was een zachte rust die hem slaperig maakte. Dan hief hij zijn hoofd van den grond, er stond een lichtlooze maan boven de dampen van 't laagland. Tamalone rees, strekte zijn beenen en liep voort langs den weg hopend de stad nog vroeg te bereiken.

Des avonds beneden speelde Baldo zelden meer op zijn viool, de gebroeders praatten soezend over hetgeen er in de stad gebeurde, terwijl Mevena met neêrgeslagen oogen zat te naaien. Tamalone was meestal uit, hij dwaalde door de straten en de velden, zijn hoofd was immer gebogen.

Uit de verte reeds zag Tamalone, dat de winkel van Simon nog open was, er scheen wat licht naar buiten en voor de deur stond Baldo viool te spelen, Mevena en de gebroeders zaten te luisteren. Hij naderde en bleef onopgemerkt staan; in 't schaarsche licht zag hij, dat Mevena's gelaat, ten deele afgewend, droevig en fijn was. Bij 't eind van het danswijsje trad hij zacht op haar toe en groette haar.

Toen hoorde hij verbaasd, dat Lugina zelf met alle vier zijn zoons zijn vijand gevolgd had van kamp tot kamp, dat hij wist waar Rogier, die stadhouder was geworden, zich bevond met het meisje, en dat ook haar broeders daar waren op dit oogenblik... Tamalone bleef staan, zijn oogen waren wijd open en in zijn starre verbazing zag hij den ouden man, met fel gelaat, die plotseling een dolk in de hand hield en naar hem stiet, maar even plotseling bukte hij, greep zijn aanvaller bij de beenen en wierp hem op den grond.

Een flauwe zwoelte waarde in den donker, slechts de ademhaling dier drie was hoorbaar. Tamalone zag plotseling hoe vreemd het was, dat drie mannen uit verschillende streken der wereld hier op den hoogen berg te zamen zaten, peinzend waar hun het lot zou leiden en wat één zelfde teedere vrouw in hun leven beduiden mocht.

Nu en dan keek hij in eenen op en verbaasde zich over zijn onbespraaktheid; dan klopte hij even het goedige, lijdzame paard op den hals en van lieverlede boog zich zijn hoofd weêr. Toen het licht schaars werd steeg Tamalone af en tuurde in alle richtingen om een rustplaats te vinden voor den nacht.

Het was overal donker, slechts de ruitjes der taveernen waren verlicht, in de huizen schenen de menschen te slapen en Tamalone liep met tintelende wangen geheel alleen in den nachtwind, die suizend woei door de verlaten straten.