Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
Er ging al wel een eerste nieuwe beweging en een geheime trilling over de aarde, maar het geschiedde onder een lichtlooze, rauwe lucht. Ibsen zag zijn land aan met den blik van een vreemdeling. Het lag op een afstand. Hij voelde zich geen burger van Noorwegen. Kon hij, die voor zich den rang veroverd had van lid der Europeesche samenleving, nog langer wezen een staatsburger?
Maar wat vooral van dat onbeholpen buffet een stil glimmend wondertje van schittering maakte, dat waren de zware spelonkkleuren overal in de kroeg er om heen; de wanden vetbruin en smookgrijs; het donkere gangetje, waar de meid purper uit was komen aanslungelen, en er vlak naast, maar in den hoekschen linkerwand, een groot poortinzicht met het lichtlooze er achter van een tweede pakhuisruimte.
Mijn pauwe-pronk.... is de dos, dien mij schonk De zon, om den sterfling te sparen. Wien mijn lichtlooze blik zou bleeken van schrik En mijn droeve gestalte vervaren. Nu omspan ik den trans met mijne armen van glans, Tot mij lokt Zefier’s wapprend gewaad, En ik henen-duister naar ’t oord, waar de luister Der lonkende zon mij verlaat.
Een groote reflector was door het venster als een bleeke, lichtlooze zon zichtbaar. Eerst wit, dan groen, dan rood! riep Marie, terwijl de vuurwerker knikte. De kamer was donker, slechts verlicht door de lamp, die Bet vasthield, terwijl Dien bij de porte-brisée der, nu verlaten, kleedkamer stond. Voorzichtig, Freddy, voorzichtig! sprak Paul.
Ten langen leste, hijgend en rillend, vond hij den harden bodem des wegs, zijn armen zwikten en hij zeeg neder op zijn borst. Het was een zachte rust die hem slaperig maakte. Dan hief hij zijn hoofd van den grond, er stond een lichtlooze maan boven de dampen van 't laagland. Tamalone rees, strekte zijn beenen en liep voort langs den weg hopend de stad nog vroeg te bereiken.
Geweldig rezen de wanden omhoog in hunne lichteloosheid, den rooden weêrschijn nog dragend om de tinnen, zich opdringend in een woest en tergend violet dat duister vloekte tegen de lichtlooze lucht en tegen den vloer der aarde, die mat glansde alsof hij gedrenkt was van menschenzweet.
't Was of ze 'r nog woonden...; de gordijnen, álles was nog net als vroeger.... Hij keek naar den overkant..., och-god ja, die was er ook nog, die sombere rij van vunzig-rommelige achterkanten-met-tuintjes van huizen aan de Baan, het armelijk gedrongen staan der oude boomen, waaronder het hout in vochtigheid rotte.... Daar lagen de molmige vlotjes nog in het drabbige, stilstaande water.... Die lichtlooze overkant..., wat had hij er dikwijls naar staan te staren, als hij zich zoo vreemd ongedurig en ontevreden voelde ofschoon hij toch juist zoo graag gelukkig en tevreden geweest zou zijn, om mama plezier te doen die altijd zoo vroolijk was en hem een ondankbaar, nukkig kind noemde, en vroeg hoe 't toch kwam dat hij niet taalde naar al zijn mooie speelgoed..., hem later verweet dat hij 't weer niet af had ... zijn schoolwerk.... Hij voelde zich nog staan als gebonden aan het bewasemde raam, naast hem 't vertrouwelijk-donkere overgordijn, en ergens achter hem op den grond de kleine Louis, die altijd zoo aardig speelde, zich zoo bezig-houden kon.... Hoe slecht, had hij zich dan gevoeld, 't zelf niet begrepen, dat papa altijd zoo zacht voor hem bleef ... hem nooit iets verweet ... papa....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek