United States or India ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Is een boschduif die uit den eschdoorn wegvliegt. Hier was het, ja hier, op dien voorjaarsmorgen. Hier hield hij hem staande, de grijze pleegvader, en heeft hem de hand op den schouder gedrukt en gezegd: "Wil je weten August of Eva een goede vrouw zal wezen, beproef haar, en zie of zij de vrouw is die de moeder van koning Lemuël voor haar zoon begeert."

En hij vroeg haar een lied te zingen, dat Amadis eens in scherts voor haar gemaakt had. Het kind en hare makkertjes zongen dus het volgende liedje: Leonora, scheppings roem! Witte, smettelooze bloem, Rein als de dauw in een voorjaarsmorgen, Waarom in lentetijd Geurt gij in eenzaamheid, Stil in uw schaduw van eenvoud verborgen?

Ik zie wel dat het te veel verlangd is. Maar mijn kind is zoo ziek, Gösta. Het is zoo hard, dat men bij zijn doop den naam van zijn vader niet noemen kan." Terwijl hij naar haar luisterde, voelde hij hetzelfde, als toen hij op dien voorjaarsmorgen haar aan land moest zetten en haar aan haar lot overlaten. Nu moest hij haar helpen om haar toekomst, haar heele toekomst te verwoesten.

Op een warmen voorjaarsmorgen Dat ik door de velden ging Zong er, in mijn hart verborgen 't Liedje, waar ik van zing: "Daar toch niets te weten is, Laat het vreeselijke leeren, Leef niet langer in ontberen Door der liefde zwaar gemis. Weten is een klein vertroosten Voor het menschelijk gemoed, Liefde troost het onverpoosd en Vult het leven met haar gloed.

Een Duitscher, die verrukt is over het engelsche landschap, de heer Karl von Dahlen, schrijft in Ueber Land und Meer, dat zijn landgenooten Engeland vaak miskennen en dat de traditioneele nevel, die altijd naar de meening van veel Duitschers over Engeland hangt, volkomen optrekt, wanneer men bij voorbeeld op een zonnigen voorjaarsmorgen bij Dover, Hastings of Beachy Head landt en de krijtkusten als een fata morgana uit de zee heeft zien opduiken.

Toen zei 'k tot u: Panthea, zie mij aan: Maar in de diepte van die dierbare oogen Zag ik nog altijd: "Volg, o volg!" "O volg!" De rotsen, op dees klaren voorjaarsmorgen, Spotten met onze stem, als spraken geesten. Het is een wezen zwevend rond de rotsen. Wat fijne heldere geluiden! Luister! Echo's wij, luister! Wij wijlen niet: Als dauwdrups luister Ge kort maar ziet Zee-geboorne! Hoor!

De duivel heeft altijd schik in lieve, jonge, natuurlijke vrouwtjes, die veel van hun wettigen man houden. Als ze een jaar of wat getrouwd zijn krijgen ze een vreemd heimwee naar een land, dat ze kennen. Maar ze zijn er toch nooit geweest. Hoe kunnen ze verlangen naar iets dat ze niet kennen? Hoe kun je iets kennen dat je toch niet kent? Vreemd, wat missen ze? En zingende zetten ze in den voorjaarsmorgen de balkondeuren open en ineens zijn ze weer vaag droevig. Waarom toch? C'est l

Propere, stille menschen, die jaarlijks hun geveltje laten schilderen de deur in eik zetten! Op een voorjaarsmorgen, de zon koesterde reeds warm den spinnenden, grijzen kater vóór het huis van Sander, bood zich de gelegenheid om nader kennis te maken. Spitsken joeg in lente-overmoed achter de poes, die over de halfdeur naast het hoofd van haar meester wegsprong.

Met vochtige oogen zoende Josse het kind, zijn broeder klopte gemoedelijk de omstanders op hun schouders en Baldo stond met den zak op den rug te kijken. Het was een lieflijke voorjaarsmorgen. Tamalone en Mevena reden weg, tot het einde der kade zagen zij voortdurend om en wuifden hun groeten terug.