United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er was een secretaris binnengetreden, die Stipan naderde met gemeenzamen eerbied en een zeker bescheiden zelfbewustzijn, dat alle klerken eigen was, daar zij beseften in zaakkennis de meerdere van hun chef te zijn. Onder den schijn van een verzoek te doen, begon hij over een bezwaar te spreken.

Het jonge meisje stond op en verliet het vertrek. "Hoe is het? Is zij door het examen gekomen?" vroeg Stipan Arkadiewitsch. "Nog wel met glans. Zij heeft veel aanleg en een vriendelijk karakter." "En het zal er misschien op uitloopen, dat je nog meer van haar zult houden dan van je eigen dochter." "Zoo spreken de mannen. In de liefde is er geen meer of minder.

"Anders gaarne," antwoordde Wronsky, maar ik ben ongerust over Jawschin. Ik moet hier blijven, tot hij klaar is." "Speelt hij slecht?" "Hij speelt zonder ophouden en ik ben de eenige, die hem dan terughouden kan." Stipan Arkadiewitsch nam Lewin onder den arm. "Hoor eens, doe mij en Dolly en vele andere het genoegen en rijd terstond met mij naar mijn zuster Anna. Zij is te huis.

Wie zijn er?" vroeg Lewin onwillekeurig blozend, terwijl hij met de handschoenen de sneeuw van zijn muts klopte. "Alleen onze intiemste vrienden. Kitty is ook hier. Kom ik zal je aan Karenin voorstellen." In weerwil van zijn liberale gevoelens was Stipan Arkadiewitsch toch overtuigd, dat de bekendheid met Karenin voor ieder vleiend moest zijn, en daarom tracteerde hij nu zijn vrienden op hem.

"Is dit voor Grischa?" vroeg zij en wees naar de chocoladebonbons. "Ja, ja!" hernam hij en streelde haar schouders nog eens, kuste hand en haren, ook haar hals en toen eerst liet hij haar gaan. "Het rijtuig is voor!" meldde Matjeff. "Er is ook een vrouw om u te spreken," voegde hij er bij. "Heeft zij lang gewacht?" vroeg Stipan. "Ongeveer een half uur."

"En wat heb je een beste huishoudster, ofschoon een aardig kamermeisje met een klein schortje toch nog wel zoo verkieselijk zou zijn; maar bij je strenge zeden en het kloosterleven, dat je leidt, is het zoo ook heel mooi." Stipan vertelde hem vele belangrijke nieuwtjes, maar sprak met geen enkel woord over Kitty Tscherbatzky. Alleen van zijn vrouw bracht hij hem de groete over.

"Ontdoe je toch en maak het je gemakkelijk," zeide Lewin en nam hem zijn hoed af. "Neen, ik heb geen tijd, slechts een oogenblik!" antwoordde Stipan, maar knoopte toch zijn jas los, trok hem toen uit en bleef langer dan een uur, terwijl hij zich door Lewin en den boer van de laatste jacht liet vertellen.

"Wel, wel, ik hoor, dat ge weer een nieuwe phase zijt ingetreden, en wel de conservatieve," sprak Stipan, "maar daarover later meer." "Ja, later! Maar ik moest je toch even zien," zei Lewin, en beschouwde daarbij met iets als haat in zijn blik, Grinewitsch' hand. Stipa Arkadiewitsch lachte onmerkbaar.

Dit was Wassenka Wesslowsky, een verre bloedverwant der Tscherbatzky's, een Petersburg-Moskouer en elegant jong mensch, "een kapitale kerel en hartstochtelijk jager," zooals Stipan hem voorstelde.

"Hoor, al een koekoek!" zeide Stipan van achter een struik te voorschijn tredend. "Ja, ik hoor het wel," antwoordde Lewin, wien het hinderlijk was de rust van het woud met zijn eigen hem zelf onaangenaam in de ooren klinkende stem te verstoren. "Nu zullen ze spoedig komen."