United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wassenka Wesslowsky nam, zonder af te stijgen, groetend zijn klein mutsje af en zwaaide vroolijk met de linten boven zijn hoofd. "Dat is prinses Warwara," antwoordde Anna op Dolly's vragenden blik, toen nu ook de jachtwagen naderde. "Zoo!" zeide Dolly en haar gezicht drukte onwillekeurig ontevredenheid uit.

Wassenka Wesslowsky had tot nu toe geen denkbeeld gehad van deze echte jacht-chique om zich in lompen te kleeden, maar zijn jachtbenoodigdheden waren altijd in den besten staat. Eerst nu begreep hij dit, toen hij de elegante weldoorvoede en lustige jonkersgestalte van Stipan in zijn lompen aanschouwde, en hij besloot zich op de volgende jacht ook zoo te kleeden.

"Neen, blijf toch, Dollinka!" zeide hij en ging om de tafel heen naar haar toe; "ik heb u nog zooveel te vertellen." "'t Zal wel niet veel bizonders zijn!" "Weet gij: Wesslowsky is bij Anna geweest. Zij wonen nu slechts zeventig werst van hier. En ik wil er ook bepaald heenrijden. Wassenka! kom eens hier!" En Wassenka ging naar de dames en nam naast Kitty plaats. "Och, toe! Vertel ons eens!

Allerlei vermoedens vlogen haar door het hoofd: "hij zal mij willen vragen hen met al mijn kinderen te bezoeken, en ik zal hem dit verzoek moeten afslaan; of om mij moeite te geven Anna in Moskou conversatie te verschaffen ... of misschien iets over Wassenka Wesslowsky en zijn verhouding tot Anna, of van Kitty, tegenover wie hij zich schuldig gevoelt?"

Dit scheen bij hem nog meer, toen hij zag, hoe hij op de balkontrap, waar zich groot en klein verzameld had, op een beleefde en galante wijze Kitty's hand kuste. "Ik ben uw vrouws neef, oude kennissen!" zei Wassenka, Lewins hand stevig drukkend. "Is er veel wild?" vroeg Stipan reeds aan Lewin, hem nauwelijks tijd latend om ieder te begroeten. "Wij hebben vreeselijke plannen met hem! Hier, Tania!

Hij was eenigszins ontstemd, dat de oude vorst niet medegekomen was, van wien hij steeds meer was gaan houden, hoe meer hij hem leerde kennen; het ergerde hem ook, dat deze Wassenka Wesslowsky, een geheel vreemd en overtollig persoon, medegekomen was.

Dit was Wassenka Wesslowsky, een verre bloedverwant der Tscherbatzky's, een Petersburg-Moskouer en elegant jong mensch, "een kapitale kerel en hartstochtelijk jager," zooals Stipan hem voorstelde.

Wacht toch! Wat scheelt je?" zeide Kitty en ging achter hem aan. Maar onbarmhartig, zonder op haar te wachten, ging hij met groote stappen naar de eetkamer en nam terstond deel aan een levendig gesprek, dat Stipan en Wassenka daar met elkander voerden. "Nu? Hoe is het? Gaan we morgen op de jacht?" vroeg Stipan.

"Het is heel prettig bij hen," verhaalde hij van Wronsky en Anna; "ik mag mij trouwens geen oordeel aanmatigen, maar men gevoelt zich bij hen, alsof men tot de familie behoort." "Wat denken zij te doen?" "Ik geloof, dat hun plan is den winter in Moskou door te brengen." "Hoe goed zou het zijn, als wij elkaar allen bij hen ontmoetten! Wanneer gaat gij weer naar hen toe?" vroeg Stipan aan Wassenka.

Wij eten, drinken, gaan op de jacht, doen niets en hij is altijd zonder verpoozing aan het werk," zeide Wassenka Wesslowsky, in wien heden klaarblijkelijk voor de eerste maal deze gedachte was opgekomen, en die hij dus zeer open en oprecht uitsprak. "Ja, je gevoelt dat, maar geeft hem toch uw goed niet," zeide Oblonsky eenigszins spottend tot Lewin.