Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Dat doet mij genoegen, antwoordde Klaas; de aanbrenger zal niet lachen op mijn lijk. Hij sterve, de judas, sprak Soetkin met haatvollen blik. Maar Klaas dacht aan de karolussen en sprak: Dat was slim van u, Thijlken, mijn lieveling; Soetkin, mijn arme Soetkin, zal dus in haren ouden dag geen honger hoeven te lijden.
En of er in de geheele wereld een held leeft, dien gij hooger schat dan u zelf?" Daarop antwoordde de Zmay verbaasd, "Zwijg, o Militza! Maar Militza ontkende dit, zeggende: "Neen, dat niet! Dat ik sterve, als ik de waarheid niet zeg! Ik vraag het u, omdat ik zie, dat gij zulk een uitnemend held zijt." Daar gij mij in oprechtheid vraagt, zal ik u naar waarheid antwoorden!
Ik sterve gelukkiglijk... Ziet, ziet, vrienden allen: de Hemelen openen...! Het straalt, het straalt! Een heir van engelen met zilveren vlogelen vult den openen Trone! Mijn Koning Artur, zie! Ik zie Sint Michiel zelven, den heiligen Held! Zijn brant vlamt en hij verslaat Lucifer! En werpt hem uit den Trone! Mijn heilige Patroon, ik zie! Sint Michiel! Sint Michiel!
Het afscheid van huis legt een pathos in vele gemoederen, dat ons nog uit de gevoelvolle liederen te gemoet klinkt waarin Provençaalse, Franse en Duitse ridders hun kastelen en goederen, vrouw en kinderen en al hun ondergeschikten een afscheid toe roepen; hun heimweezuchten van uit het Oosten of van op de zee; de verlangens der achtergebleven vrouwen naar hun »Seigneur". Elke avond luiden de kerkklokken om de thuisgeblevenen tot het gebed op te roepen, voor hen die »over de zee" waren getrokken; »ik zing," zo klaagt de Vrouwe van Fayel, »om mijn ziek gemoed te versterken, opdat ik niet sterve of krankzinnig worde van verdriet, wanneer ik niemand uit het heidense land terug zie keren, waar hij is, die mijn hart doet kloppen, wanneer ik hem maar hoor noemen," en het refrein luidt: »God, wanneer ze roepen: op ten strijd!, help dan de pelgrims, want voor hem ben ik bevreesd; de Saracenen zijn zo wreed."
Wie een verslagen vijand plundert, al wie uit de strijd wil lopen, zult gij zelf doodslaan, ik beveel het u. Indien er een enkele lafaard onder u bevonden wordt, hij sterve door uw handen; zijn bloed kome over mij alleen ." Hij bukte zich met hevige geestdrift, en nam een weinig aarde van de grond.
Toen wierpen zij mij op dit peerd, dat mijn eigen is en schaakten mij met hen mede, om mij mede te voeren naar den burcht, o wellieve heer ridder, waar menigertiere slechte ridder zijn spel drijft met de damoselen, die zij schaken! Gawein! Gawein! riep de roode ridder. Kom mij te hulpe, mij en mijne ziele! Ik sterve! Gawein schrikte op: het was of hij nu eerst herkende des rooden ridders stem.
Hij scheen plotseling nuchter te zijn geworden. Hij zette zich met de ellebogen op een tafeltje, bij het venster, aanschouwde Enjolras met onuitsprekelijke zachtheid en zeide: "Laat mij hier slapen." "Slaap elders!" riep Enjolras. Maar Grantaire steeds zijn doffe, teedere oogen op hem gericht houdende, antwoordde: "Laat mij hier slapen tot ik sterve."
Vaak groef ik dooden uit hunne graven op, En zette ze aan de deuren van hun vrienden Rechtop, juist als het leed schier was vergeten, En sneed, gelijk in boomschors, in hun huid Dan in Romeinsche letters met mijn dolk: "Uw droef'nis sterve niet, al ben ik dood."
»Wanneer zij er in slaagde te ontsnappen, of wanneer de Federalisten haar bevrijdden, dan waren wij reddeloos verloren. Zij sterve dus!" »Dadelijk!" antwoordde Squambo. En hij wilde reeds met een dolk in de hand op de wigwam toetreden, toen een der beide Texars hem tegenhield. »Laten wij nog wachten," zei deze. »Wachten?" »Ja, wij zullen altijd Zermah kunnen doen verdwijnen, niet waar?
Laatst nog hebben zij, op honderd stappen van hier, eene ongelukkige vrouw gedood.... Neen, neen, zeg wat gij wilt, ik sterve nog liever hier op de heide, onder den blooten hemel, dan in dit donker bosch mij aan de wreedheid der bloedzuchtige dieven te gaan leveren." "Gij hebt ongelijk, vrouw," zeide de boer, "het steenen kruis staat daar reeds meer dan honderd jaar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek