United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een werkelike echtbreuk-roman is de Provençaalse »Flamenca". De jonge Guillaume de Nevers heeft zo veel horen spreken van Flamenca, de vrome, jonge echtgenote van de brutale Seigneur de Bourbon, dat hij het besluit neemt de ongeziene Schone lief te hebben.

Alleen was het Noordfrans een veel minder vormrijke taal, en de Noordfranse volksaard geheel anders dan die der Zuidelingen, en zo er al heel gauw iets kunstigs en conventioneels in de Provençaalse troubadours kwam, de imitatie der Noordfranse heren was eigelik al niet veel meer dan een echt dilettantengezelschapsspelletje.

En de jonge Provençaalse zingt: »Wat zal ik u zeggen waarom ik zo vol liefde ben," en zij zelf en haar vriendinnen vallen haar in de rede: »Coindetta sui..." »Knap ben ik, maar ik heb verdriet over mijn man, ik wil niets van hem weten want ik ben maar klein en jong en een maagd, ik moest een man hebben waar ik plezier in kon hebben... Maar God weet dat ik geen smaak heb in mijn echtgenoot, als ik hem zie, wens ik slechts dat de dood hem van mij wegneemt.

Het was een zeer eigenaardige wereld, dat stukje van Europa, dat in de 12de en 13de eeuw het vaderland zou worden van de Provençaalse poëzie.

Zoals wij reeds opmerkten, kon men invloed van de Provençaalse troubadours en hun minnedichten vinden niet alleen in de Troja-romans die door een klerk aan het hof van Hendrik II geschreven waren, maar ook hier en daar in de lais van Marie de France en de Tristan van Thomas.

Allerliefst is zo bijvoorbeeld een Provençaalse romance waar het adelike meisje een schonen zomerdag onder een bloeiende vruchtboom in de tuin zit en tot Jezus klaagt dat haar geliefde voor Hem naar het heilige land getrokken is en haar verlaten heeft.

Van de Romeinse dekadentenkultuur zit er per slot van rekening een aesteties intellektualisme in, niet diep of krachtig maar spiritueel; genotzuchtig en genietende, fijn en krities, met levende gevoeligheid en smijdig van vorm, uitnemend geschikt voor een leven met anderen. Individualisme, lyriek, aesteties intellektualisme, zie daar de hoofdtrekken van het Provençaalse geestesleven.

In de 10de eeuw vinden wij de stof in Latijnse hexameters bewerkt, later gaat die in de Latijnse verzameling van verhaaltjes, de »Gesta Romanorum" over, en reeds in de 12de eeuw zijn er Provençaalse en Franse bewerkingen geweest.

De Lais van Marie de France vormen daartoe de bekoorlikste inleiding. Uit vele van die populaire speelmanslais ontstonden romans. Van de liefde van Tristan en Isolde is er gezongen en gedicht in die oude lais, waardoor die paar gelieven uit Cornwall reeds aan de oudste Provençaalse troubadours bekend waren.

De Provençaalse kunstpoëzie is veelal te beschouwen als een voortzetting van de Latijnse lofzangen, of grafliederen die de geesteliken aan de hoven op hun hoge meesters gedicht hadden, of van de strijdschriften die een notaris of een kanselier in de dienst van hun Heren geschreven hadden, van de preken ten gunste van de kruistochten van een Bernhard van Clairvaux of, omgekeerd, van de Latijnse hekeldichten der vaganten tegen Rome en de geestelikheid.